3.1 de verlichting

Hoofdstuk 3
Politieke revoluties
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Politieke revoluties

Slide 1 - Slide

3.1 De Verlichting

Slide 2 - Slide

Voorkennis
 Wat weet je nog?
Lodewijk XIV - Absolutisme

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 3.1:
Aan het einde van de les kun je... 


  1. een beschrijving geven van de standensamenleving in het ancien régime
  2. uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was
  3. met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Handboek Blz. 
Stand
Percentage
Taak
Privileges
1.
2.
3.
a.
b.
c.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat waren de derde stand, percentage, taak en privileges?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Standensamenleving
Frankrijk 
Geboorte bepaalt stand


Ancien Regime
Koning heeft absolute macht en hoogste stand heeft voorrechten
98% !!

Slide 13 - Slide

Standensamenleving

Eerste stand

Geestelijkheid
- Geen belasting betalen
- Wel voorrechten

Tweede stand

Adel
- Geen belasting betalen
- Wel voorrechten

Derde stand

Boeren en burgers
- Wel belasting betalen
- Geen voorrechten

Slide 14 - Slide

Het begin van de Verlichting
  • 17e eeuw         Wetenschappelijke Revolutie 

  • Anders kijken naar de wereld: observatie en experiment

  • Hieruit kwam het rationalisme: het steeds meer vertrouwen op eigen verstand (ratio) en niet meer op het geloof.
  • Verlichting: manier van denken waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logisch en verstandelijk redeneren

Slide 15 - Slide

Wat werd er anders?

Slide 16 - Slide

Nieuwe ideeën over goed bestuur:
  • Standensamenleving/ slavernij
     Mensen zijn van nature gelijk, de standen zijn dus oneerlijk, en slavernij is onchristenlijk
  • Absolutisme:
     Mensen willen een staat waarbij iedereen gelijk is én dezelfde wetten gelden voor iedereen, dus ook voor de koning
  • (religieuze) tolerantie (verdraagzaamheid), verlichte denkers vonden dat iedereen mocht geloven wat hij wilde


Slide 17 - Slide

Jean-Jacques Rousseau
Rousseau was vóór democratie
  • Natuurrechten
  • Hij vond dat niet de koning absolute macht moest hebben, máár het volk!

Slide 18 - Slide

Charles de Montesquieu
Trias politica (driemachtenleer)
Oftewel: scheiding der machten
  • Niet één persoon moet alle macht hebben. Hoe dan wel?
  1. Vergadering van vertegenwoordigers van het volk (wetgevende macht)
  2. Regering: wetten uitvoeren
    (uitvoerende macht)
  3. Rechters: wetten controleren
    (rechtsprekende macht)
  • Dit moet machtmisbruik voorkomen

Slide 19 - Slide

Absolute vorsten waren niet blij met de verlichting
  • Boeken met kritiek op bestuur en kerk worden verboden (censuur)
  • Verspreiding van ideeën stopte niet
  • In salons werden ideeën verspreid
     -Hier kwamen rijken burgers en geleerden samen
  • Door de boekdrukkunst konden ideeën zich snel verspreidden
  • Hierdoor ontstond het publieke debat
    Mensen in de samenleving praten mee over ideeën en problemen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Aan het werk
Maken opdrachten 3, 6, 9, 8, 9, 11 t/m 14

Slide 23 - Slide