KT1: Mentorles: motivatie

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Motivatie

Wat is volgens jou motivatie?

Hoe gemotiveerd wat jij vanochtend om je bed uit te komen? Geef een cijfer van 1-10.

Hoe gemotiveerd ben je op dit moment voor school?
Geef een cijfer tussen de 1 en de 10.

0100

Motivatie

Wat is motivatie?

• Bewust en uit eigen wil (mee)werken aan een doel.
• Motivatie is een gevoel (moeilijk te meten)
• Motivatie is positief: een sterke motivatie leidt tot betere prestaties.
• Motivatie is niet stabiel: soms sterk soms minder....

Twee soorten: intrinsieke en extrinsieke motivatie

Intrinsieke motivatie

• Komt van binnenuit
• Denk aan:
  

1. Wilskracht
2. Gedrevenheid
3. Doel

Ben jij intrinsiek gemotiveerd?

1. Ja
2. Nee

Wat is jouw doel
in het leven?

Extrinsieke motivatie

• Komt van buitenaf
  
• Denk aan:

1. Deadlines
2. Sociale status
3. Geld

Docenten kunnen mij motiveren.

1. Ja
2. Nee

Docenten kunnen mij
motiveren door....

Zijn de volgende situaties intrinsiek of extrinsiek?

"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."

1. intrinsiek gemotiveerd
2. extrinsiek gemotiveerd

"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."

1. intrinsiek gemotiveerd
2. extrinsiek gemotiveerd

"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."

1. intrinsiek gemotiveerd
2. extrinsiek gemotiveerd

"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."

1. intrinsiek gemotiveerd
2. extrinsiek gemotiveerd

"Ik ga graag voetballen omdat ik dan mijn vrienden zie."

1. intrinsiek gemotiveerd
2. extrinsiek gemotiveerd

Reageer op de volgende stellingen

Stelling 1

Als ik niet gemotiveerd ben ligt het aan mezelf

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Stelling 2

Ik ga naar school om mijn diploma te halen

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Wat zou jij doen in de volgende situaties?

1. Je voelt je na een slechte nacht niet zo lekker, maar je moet eigenlijk naar school. Wat doe je?

1. Je blijft nog een uurtje liggen en je begint later.
2. Je gaat wat langer onder de douche staan om wakker te worden en je gaat gewoon op tijd naar school.
3. Je laat je ziek melden. Je had toch geen belangrijke vakken

3. Je les is saai, en te makkelijk voor je. Wat doe je?

1. Je laat het zo, lekker makkelijk.
2. Je vraagt je docent om verdiepingswerk.
3. Je bespreekt met je docent/mentor hoe je de les minder saai kan maken.

4. Je krijgt te horen dat je training om 7:00 uur in de ochtend begint. Wat doe je?

1. Dat is veel te vroeg. Je stopt met trainen.
2. Je kiest er voor om dan maar iets eerder naar je bed te gaan, zodat je het toch haalt.
3. Je komt elke dag gewoon een uurtje later, want je gaat niet voor je training eerder naar bed.

5. Je hebt twee tussenuren voordat de volgende les begint. Wat doe je?

1. Lekker naar huis! Of de rest van de dag lekker winkelen.
2. Een beetje hangen in de kantine tot de uren voorbij zijn.
3. Je maakt alvast je huiswerk.

6. Jij bent netjes op tijd in de les, maar je docent is er na 10 minuten nog niet. Wat doe je?

1. Je loopt naar de teamleider om te vragen waar je docent blijft.
2. Je gaat lekker naar huis. Te laat is te laat!
3. Je blijft wachten.

7. Je vrienden stellen voor om naar de stad te gaan, maar je hebt eigenlijk nog een belangrijke les. Wat doe je?

1. Je meldt je ziek op school, en gaat de stad in met je vrienden.
2. Natuurlijk ga je met je vrienden mee. Dat is toch veel leuker!
3. Je spreekt een ander moment af met je vrienden om naar de stad te gaan en volgt de les.