les 6 HDST 5

1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

les 6 HDST 5
lesdoelen 
- je weet wat een motorische beperking is 
- je weet wat oorzaken en gevolgen kunnen zijn van een motorische beperking 
- je weet wat fysio-en ergotherapie zijn 
- welke hulpmiddelen er ingezet kunnen worden 

Slide 2 - Slide

wat is een motorische beperking ?

Slide 3 - Open question

Wat hoort bij elkaar ? 

Slide 4 - Slide

oorzaken van een motorische beperking  
- spierziekte 
- aandoening van gewrichten 
- aandoening van de botten 
- verlamming of het missen van 1 of beide armen of benen
- aandoening in de hersenen 

Slide 5 - Slide

Korte meerkeuzevragen
Denk je dat het antwoord A is?  Dan doe je je rechterarm in de lucht.
Denk je dat het antwoord B is? Dan doe je je linkerarm in de lucht.
Denk je dat het antwoord C is? Dan doe je beide armen in de lucht.
Denk je dat het antwoord D is? Dan ga je staan.

Slide 6 - Slide

wat is een aandoening ?
A
een ziekte of klacht
B
iets wat aangeboren is
C
een extra orgaan
D
een terugkomend verschijnsel

Slide 7 - Quiz

wat betekent spasticiteit?
A
dat bepaalde spieren stijf zijn en samentrekken
B
dat bepaalde organen niet elastisch genoeg zijn
C
dat bepaalde spieren niet actief zijn
D
dat bepaalde spieren overactief zijn

Slide 8 - Quiz

Spasticiteit wordt veroorzaakt door schade in hersenen of ruggenmerg. Wanneer/Hoe kan dit ontstaan?
A
tijdens de zwangerschap
B
bij de geboorte door zuurstofgebrek
C
als gevolg van een ziekte, hersenvliesontsteking of beroerte
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Artrose is een aandoening in je gewricht. Waar hebben mensen met artrose last van ?
A
pijn
B
stijfheid
C
moeite met bewegen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

wat is osteoporose ?
A
een aandoening in je spierweefsels waardoor je moeilijker beweegt.
B
een aandoening aan je organen
C
een aandoening aan de botten, ook wel botontkalking genoemd.
D
een aandoening in het kraakbeen waardoor stijfheid optreedt

Slide 11 - Quiz

wat gebeurt er bij mensen met osteoporose en bij wie komt het vaker voor ?
A
De botten worden minder stevig en krijgen een sponsachtige binnenkant, komt meest voor bij mensen boven de 50, vooral bij vrouwen
B
De botten worden minder stevig en krijgen een sponsachtige binnenkant, komt meest voor bij mensen boven de 50 vooral bij mannen
C
De botten worden minder stevig en krijgen een sponsachtige binnenkant, komt meest voor bij mensen onder de 50, vooral bij vrouwen
D
De botten worden minder stevig en krijgen een sponsachtige binnenkant, komt meest voor bij mensen onder de 50, vooral bij mannen

Slide 12 - Quiz

wat doet een fysiotherapeut?
A
besteed aandacht aan het verbeteren van het bewegen, bijv na ongeval of beroerte
B
besteed aandacht aan het mentale herstel na een trauma
C
besteed aandacht aan de spraak en uitspraak
D
besteed aandacht aan je lichamelijke gezondheid door met je te sporten

Slide 13 - Quiz

wat doet een ergotherapeut NIET?
A
denkt mee over het inzetten van hulpmiddelen
B
leert de zorgvrager hoe hij zelf kan douchen en aankleden
C
helpt de zelfredzaamheid en zelfstandigheid te vergroten
D
helpt je van je rugklachten af te komen

Slide 14 - Quiz

welke hulpmiddelen worden niet gebruikt bij een motorische beperking?
A
rolstoel
B
aangepast bestek
C
tillift
D
bril

Slide 15 - Quiz

Herhaling theorie HDST 5 
Vragen , opmerkingen , suggesties !!

Slide 16 - Slide