H5 Mavo 3 31 mei 2022

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Chapitre 5

Amuse-toi!

Temps libre /  loisirs / passe-temps /hobby

Planning d'aujourd'hui

*Oefenen en bespreken C: Imparfait opdracht 13 d

(livre de texte page 58 / livre d'exercice page 14)

* Maken D: opdracht 18 blz. 17/18

Le sujet et les buts

1. Quel est le sujet de ce chapitre?  

* Les loisir, le temps libre, le passe-temps, les hobbies et les sports

* Hoe vertel je/vraag je aan iemand hoe hij/zij haar vrije tijd besteed?

2. Quels sont les buts?  

* Het gebruik van de imparfait (ovt): je kunt vertellen wat je hebt gedaan.

J'ai assisté à un concert. Je suis allé au cinéma. J'ai fait du hockey.

* Herhaling en uitbreiding: het bijvoeglijk naamwoord toepassen

Bron C: L'imparfait

De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

présent - imparfait

ik heb - ik had

ik ben - ik was

ik ga - ik ging

ik loop - ik liep

ik werk - ik werkte

ik eet - ik at

ik praat - ik praatte

Hoe maak je de imparfait?

stap 1

Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2

Haal -ons van het ww af

stap 3

Plak de juiste uitgang erachter

Uitgangen imparfait

Je parlais

Tu parlais

Il/ elle/ on parlait

Nous parlions

Vous parliez

Ils/ elles parlaient

Hoe maak je de imparfait?

stap 1

Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

vb: hij praatte --> praten --> parler --> parlons

stap 2

Haal -ons van het ww af

vb: parlons --> parl

stap 3

Plak de juiste uitgang erachter

vb: parl --> il parlait

Typ de juiste uitgang van de imparfait van "je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils en elles

Kies: Wij praatten

1. Nous parlons
2. vous parlez
3. nous parlions
4. vous parliez

Kies: jij at

1. tu manges
2. tu mangais
3. tu mange
4. tu mangait

Kies: jullie lachten

1. vous rigoliez
2. vous rigolez
3. nous rigolions
4. nous rigolons

Kies: zij bloosden

1. Ils rougissons
2. ils rougissent
3. ils rougissions
4. ils rougissaient

Vertaal: Zij hadden

1. ils avaient
2. ils avait
3. ils avent
4. ils ont

Vertaal: Zij nam

1. elle prendrait
2. elle prendait
3. elle prenait
4. elle prenaient

Uitzonderingen...

être --> uiteraard!

Bij dit ww gebruik je niet de nous-vorm om de imparfit te maken, maar je gebruikt

ét....

En daar plaats je de uitgangen achter. Bijv.

Elle était

Vous avez encore des questions?

Les devoirs

Maken in je papieren werkboek: 

Opdracht C:  13 d (blz. 14) en 14 a b c 

Opdracht D: 18 blz. 17 en 19

Vergeet niet om te leren voc. A en B 

Daarna aan de slag met project Robinson: 

Eiland moet deze week af zijn. 

Ben je klaar met je eiland dan starten met het calligramme

Het SE

Leren hoofdstuk 5: A t/m I

Leren voc. A B E F G

Leren phrases-clés D en I  Fr-Nl en Nl-Fr

Leren grammatica: C en H  Fr-Nl en Nl-Fr