Jaar 1 KTH Unité 3: Lire deel 2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Cours de Français 1ère année

Les devoirs

• Apprendre 1 et 2
• Finir exercice 5 et 6

Hoe zeg je:
maandag

1. lundi
2. mardi
3. jeudi
4. samedi

Hoe zeg je:
zaterdag

1. lundi
2. mardi
3. jeudi
4. samedi

Hoe zeg je:
het huiswerk

1. la classe
2. la matière
3. les devoirs
4. les maths

Hoe zeg je:
de ochtend

1. le matin
2. l'après-midi
3. le soir
4. l'heure

Hoe zeg je:
moeilijk

1. après
2. difficile
3. aujourd'hui
4. facile

Hoe zeg je:
geschiedenis

1. les maths
2. l'anglais
3. la matière
4. l'histoire

Lesdoel

Ik kan korte teksten begrijpen over school, schoolvakken en buitenschoolse activiteiten.

Ik kan de cijfers van 1-20 en de tientallen begrijpen en gebruiken om de tijd aan te geven.

Au travail

Maak exercice 7

Werk in stilte

Je krijgt 5 minuten tijd

De eerste 2 min.: geen vragen

Daarna: vinger opsteken

Klaar? Begin met ex. 8A

Les devoirs

• Apprendre 1 + 2 en de getallen   dus 1-20 en de tientallen t/m 50
• Maken exercice 7 en 8A
• Lezen regelmatige werkwoorden op -er (blz 82, grammaire I)

Noem 3 dingen die goed gingen in de les.

Stel 1 vraag over de les