Doelgroepen - VVT

Doelgroepen - VVT (Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg) 
Woensdag 28 mei 14:30-16:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doelgroepen - VVT (Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg) 
Woensdag 28 mei 14:30-16:00

Slide 1 - Slide

Programma
14:30-14:45 Theorie VVT
14:45-15:45 Werken aan het onderzoeksverslag
15:45-16:00 Afronding

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • benoemen wat de branche VVT inhoudt en kun je minimaal 3 ziektebeelden benoemen die hierin voorkomen.
  • minimaal 3 taken benoemen van de verpleegkundige in de branche VVT.
  • benoemen wat het verschil is tussen intramurale zorg en extramurale zorg in de branche VVT.

Slide 3 - Slide

Wat is de branche VVT?
  • VVT = Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.
  • Werkveld waarin verpleegkundigen zorg verlenen aan mensen die langdurig zorg of ondersteuning nodig hebben.

Slide 4 - Slide

Wanneer is het niet meer mogelijk om zelfstandig te kunnen wonen voor ouderen?
Schrijf minimaal 1 voorbeeld op.

Slide 5 - Open question

Zelfstandig wonen is niet meer mogelijk, wanneer er sprake is van:
  • Vaker ongelukken thuis (mobiliteitsproblemen)
  • Overbelasting mantelzorg voor naasten
  • Eenzaamheid
  • Thuiszorg is niet voldoende

Slide 6 - Slide

Verzorgings- en verpleeghuis 
  • Woonzorgcentra zijn bedoeld voor mensen van 65 jaar en ouder die niet meer zelfstandig kunnen wonen en zorg en ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld bij lichamelijke verzorging, verpleging, huishoudelijke hulp en hulp bij dagelijkse taken. 
  • Dit valt onder intramurale zorg (binnen de muren van een instelling) en derdelijnszorg. 
  • Zorg vanuit de Wlz, aangevraagd via CIZ door huisarts of wijkverpleegkundige.
  • 24-uurszorg.

Slide 7 - Slide

Ziektebeelden (VV)
  • Dementie (zoals Alzheimer)
  • Hart- en vaatziekten (zoals hartfalen, beroertes)
  • Diabetes type 2
  • Mobiliteitsproblemen (zoals artrose, osteoporose)
  • Psychische aandoeningen (zoals depressie)
  • Longziekten (zoals COPD)
  • Infecties (zoals urineweg- en luchtweginfecties)
  • Kanker (in mindere mate)

Slide 8 - Slide

Thuiszorg
  • Thuiszorg valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat houdt in dat je recht hebt op thuiszorg als je tot een van de onderstaande groepen behoort:
       - ouderen, gehandicapten en chronisch zieken die zichzelf niet meer kunnen verzorgen
       - terminaal zieken
       - mensen die vanaf hun 18e jaar zorg nodig hebben na een ziekenhuisopname of ongeval
       - alleenstaanden die ziek zijn en tijdelijke zorg nodig hebben
  • Dit valt onder extramurale zorg (buiten de muren van een instelling) en kan vallen onder eerstelijnszorg (thuiszorg) en tweedelijnszorg (specialistische zorg).




Slide 9 - Slide

Ziektebeelden (TZ)
  • Dementie (in begin- of middenstadium)
  • Diabetes type 2 (inclusief hulp bij insuline toediening)
  • Hart- en vaatziekten (zoals hoge bloeddruk, hartfalen)
  • COPD en astma
  • Wondzorg (bij bijvoorbeeld doorligwonden of operatiewonden)
  • Beperkingen in mobiliteit (door artrose, beroerte, etc.)
  • Psychische klachten (zoals eenzaamheid, depressie)
  • Kanker (palliatieve zorg aan huis)

Slide 10 - Slide

Taken van de verpleegkundige 
  • Beoordelen van de zorgbehoefte: De verpleegkundige bespreekt met de cliënt en/of mantelzorger de zorgbehoefte en stelt een zorgplan op. Signaleren van problemen en het rapporteren hoort hierbij.
  • Hulp bij ADL: Ondersteuning bij dagelijkse activiteiten zoals wassen, aankleden, douchen, naar toilet gaan en mobiliteit.  
  • Verpleegkundige handelingen: Dit kan bestaan uit wondverzorging, het toedienen van medicatie, het aanleggen van infusen, katheterisatie en stomaverzorging.
  • Voorlichting en advies: De verpleegkundige geeft voorlichting en advies over de ziekte, aandoening of handicap, medicatie, voeding en leefstijl.
  • Ondersteuning van mantelzorgers: De verpleegkundige kan mantelzorgers ondersteunen en tips geven over hoe ze de cliënt het beste kunnen helpen.
  • Samenwerking met andere zorgprofessionals: De verpleegkundige werkt samen met andere zorgprofessionals zoals huisartsen, specialisten, fysiotherapeuten en ergotherapeuten.

Slide 11 - Slide

Werken aan het onderzoeksverslag
  • Zie Its learning voor de samenvatting van de eindopdracht.
  • Om 15:45 is de afronding van deze les, dan verwacht ik jullie terug.
  • Vragen? Stel ze gerust. Succes allemaal!

Slide 12 - Slide

Schrijf 3 ziektebeelden op die je kunt tegenkomen in een verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg.

Slide 13 - Open question

Schrijf 3 taken op van een verpleegkundige in een verpleeghuis, verzorgingshuis en/of de thuiszorg.

Slide 14 - Open question

Wat is het verschil tussen intramurale zorg en extramurale zorg.

Slide 15 - Open question

Evaluatie
De docent
heeft mij geactiveerd
heeft te veel gepraat, ik weet heel veel al niet meer
heeft een goede les gegeven, de informatie was nuttig
heeft veel info gegeven, maar is wel nodig in het begin.
Les? zo voelde het niet
Ik heb er veel aangehad.
Ik had mijn tijd wel beter kunnen besteden.
Ik ben enthousiast.

Slide 16 - Poll