Begrijpend lezen les 1: herhaling leerjaar 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 1:
VWO 2

Signaalwoorden en verbanden (voorbeeld)

De Open Dag op het ATC was goed georganiseerd. Zo werden er allemaal leuke cadeaus uitgedeeld aan de leerlingen uit groep 8.

1. Wat is het signaalwoord?

2. Welk verband hoort daarbij?

3. Noteer de delen van het verband.

Toetsweek

• Vier (examen)teksten van wisselende lengte: 3 langere en 1 korte
• Tekstboekje
• 
  

Werkwoordspelling 2: samengestelde zinnen 

12-14 feb (Week voor de voorjaarsvakantie)

‘t sexy fokschaap

Werkwoordspelling 2: samengestelde zinnen 

12-14 feb (Week voor de voorjaarsvakantie)

Boektoets Geest

11-13 maart

Boektoets Geest

11-13 maart

Begrijpend lezen

15-17 januari

Zet bestand in je map NEDERLANDS (op je bureaublad)

Begrijpend lezen

15-17 januari

Zet onderstaand bestand in je map NEDERLANDS 

op je bureaublad (bestand staat in SOM)

terugblik

Begrijpend lezen leerjaar 1!

Wat weet je nog van begrijpend lezen uit leerjaar 1?

Leerdoelen deze les

Aan het einde van deze les weet je…

… wat je allemaal hebt geleerd in leerjaar 1.

Begrijpend lezen - herhaling

Je kent de tekstdoelen

Iemand wil een nieuwe telefoon en gaat 

op zoek naar teksten met een bepaald doel.

bijvoorbeeld teksten...

... die je informeren (wanneer komt die nieuwe telefoon op de markt)

   objectief

... met meningen (reviews van anderen)

... die je in de actiestand zetten (reclames)

   subjectief

Doel bij het schrijven:

Wat wil ik dat lezer weet/doet na het lezen van mijn tekst.

0

TekstDOEL	TekstSOORT
Informeren	Uiteenzetting
Opiniëren	Beschouwing
Overtuigen	Betoog
Activeren	bijv. reclametekst, folder, poster
Amuseren	bijv. gedicht, strip, jeugdboek

                             Leerdoelen begrijpend lezen - herhaling

• Je kent 4 manieren om een tekst in te leiden.

- onderwerp benoemen

- vragen stellen

- anekdote

- aanleiding noemen (waarom schrijf je deze tekst?)

• Je kent 3 manieren om een tekst af te sluiten.

- korte samenvatting

- conclusie

- advies

                             Leerdoelen begrijpend lezen - herhaling

• Je kunt het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst benoemen.

Onderwerp kort: Laptops in de klas

Deelonderwerp kort en past bij onderwerp: Digitale boeken of Interactief onderwijs

• Je kunt passende tussenkopjes boven de alinea’s van een tekst formuleren.

• Je kunt de hoofdzaken en de bijzaken van een tekst benoemen.

Bron: http://www.huidhuis.nl/thema/wat-doet-een-psycholoog

                             Leerdoelen begrijpend lezen - herhaling

• Je kunt de hoofdgedachte van een tekst formuleren.

- Dat wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp (oefening tekst 1 )

• Je kunt benoemen wat de functie van de titel is.

- nieuwsgierig maken

- inhoud van de tekst

• Je kunt benoemen voor welk publiek een tekst is geschreven.

- Breed: Alle jongeren op de middelbare school

- Smaller: Alle tweedeklassers

- Specifiek: De mentor van klas V5A

• Je kunt benoemen waar de verwijswoorden in een tekst naar verwijzen.

- Niet te veel herhalingen in een leestekst want dat maakt het saai

• Je kunt de kernzinnen van de alinea’s benoemen.

                             Leerdoelen begrijpend lezen - herhaling

• Je kunt de kernzinnen van de alinea’s benoemen.

Leerdoelen begrijpend lezen nieuw

• Je kent en herkent verschillende tekstverbanden 
• Je kent en herkent signaalwoorden.
• Je kunt naast een mening en argumenten ook een 

     tegenargumenten in een tekst herkennen.

Aan de slag! 

Herhaling

Ga naar de klasomgeving van LessonUp 

en kies begrijpend lezen les 1.

start vanaf slide 16

Welke tekstdoelen en tekstsoorten ken je?

Welke manieren ken je om een tekst in te leiden en welke manieren ken je om een tekst af te sluiten?

Hoe formuleer je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst?

Hoe omschrijf je het begrip hoofdgedachte en hoe formuleer je de hoofdgedachte van een tekst?

lees de volgende tekst grondig

Zijn sportlessen op school nuttig?

Op de basisschool en de middelbare school wordt er gym gegeven. Daarnaast krijgen leerlingen les in ontzettend veel andere belangrijke vakken. Zijn die gymlessen op school wel nuttig? Is het niet verstandiger om meer aandacht te kunnen geven aan de andere vakken en de gymlessen af te schaffen?

Veel bewegen op jonge leeftijd is belangrijk voor de motorische ontwikkeling van een kind. Kinderen leren op deze manier hoe ze hun lichaam kunnen gebruiken. Daarnaast hebben kinderen op de basisschool vaak erg veel energie. Ze vinden het fijn om deze energie kwijt te kunnen raken tijdens de gymles, zodat ze daarna in de klas hun aandacht beter bij de andere vakken kunnen houden.

Ook voor leerlingen op de middelbare school blijft gym een essentieel vak. Er is namelijk een positief verband tussen sport en leerprestaties. Voldoende fysieke activiteit is dus niet alleen essentieel voor de fysieke gezondheid, maar ook voor de mentale gezondheid. Bij bepaalde bewegingen maak je zelfs gebruik van dezelfde hersengebieden die je nodig hebt voor het leren. Hiermee train je dus eigenlijk je hersenen.

Al met al zijn er voldoende redenen te noemen om te concluderen dat gymlessen op school niet nutteloos zijn en zelfs essentieel zijn om leerlingen beter te laten presteren bij andere schoolvakken.

Voordat je kunt nadenken over de hoofdgedachte, moet je eerst het onderwerp van de tekst vinden. Het is niet zo dat er slechts één antwoord goed is. 

Belangrijk is wel dat je onderwerp geen volledige zin is. Het onderwerp van deze tekst kan zijn ‘(het nut van) sportlessen op school’.

De hoofdgedachte is de tekst samengevat in één zin

Om de hoofdgedachte van de tekst te vinden, stel je jezelf de volgende vraag:

Wat wordt er in deze tekst verteld over (het nut van) sportlessen op school?

Het antwoord op deze vraag vat je in één zin samen.

Wat is volgens jou de hoofdgedachte van de gelezen tekst

Zijn sportlessen op school nuttig?

Welke functies heeft de titel van een tekst?

Wat is een kernzin en waar vind je de kernzin van een tekst?

Wat zijn hoofdzaken en wat zijn bijzaken?

Wat betekent subjectief en wat betekent objectief?

Was deze herhaling voor jou zinvol?

0 = helemaal niet
10 = absoluut wel

010

Extra 

oefenmateriaal

op de volgende

slide

 Maak de volgende opdrachten.  Klik op de linkjes

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-3-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-2-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/