2.3 Gesteente wordt verplaatst.

Wat gaan we doen? 
Uitleg over paragraaf 3. 
Aan de slag! 

Doelen: 
Je begrijpt hoe zand, grind en klei ontstaan. 
Hoe verweerd gesteente in rivieren terecht is gekomen. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen? 
Uitleg over paragraaf 3. 
Aan de slag! 

Doelen: 
Je begrijpt hoe zand, grind en klei ontstaan. 
Hoe verweerd gesteente in rivieren terecht is gekomen. 

Slide 1 - Slide

Fjord Noorwegen
V dal

Slide 2 - Slide

Massabewegingen
Het naar beneden bewegen van gesteente noemen we massabewegingen. 
Zwaartekracht is hierin heel belangrijk. 

Slide 3 - Slide

Massabewegingen
Hoe het materiaal de helling af gaat heeft te maken met 
- De steilheid van de helling
- De hoeveelheid materiaal

Is de helling steil dan zal het materiaal rollen of vallen. 
Bij een vlakkere helling zal het schuiven

Slide 4 - Slide

Grind is mooi afgerond. 

Hoe kan dit ontstaan? 


Grind
Doordat stenen telkens tegen elkaar aan botsen in de rivier worden deze steeds meer afgerond en krijgen we uiteindelijk grind. 

Slide 5 - Slide

Erosie
Het uitschuren van gesteente doordat water en stenen erlangs bewegen noemen we erosie

Slide 6 - Slide

Aan de slag! 
Nakijken opdrachten 1 t/m 4 van paragraaf 2. 
Lezen van paragraaf 3. 

Maken opdrachten 5,6,7 van paragraaf 2 & opdracht 1 ,2 van paragraaf 3. 

Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen? 
Uitleg over paragraaf 3. 
Aan de slag! 

Doelen: 
Je begrijpt hoe zand, grind en klei ontstaan. 
Hoe verweerd gesteente in rivieren terecht is gekomen. 

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen erosie en verwering?

Slide 9 - Open question

Fjord Noorwegen
V dal

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Gletsjers
Gletsjers kunnen ook voor erosie zorgen. 

Gletsjers zijn dikke pakketten ijs van soms wel 100 meter dik

Slide 13 - Slide

Gletsjers
Een gletsjer ontstaat doordat er meer sneeuw valt in een gebied dan dat er weg kan smelten in de zomer. 

De sneeuw die valt wordt dan uiteindelijk ijs. 
Door het gewicht van het ijs gaat de ijslaag uit zichzelf naar beneden "stromen"

Slide 14 - Slide

Gletsjers
Wanneer een gletsjer gaat stromen schuurt deze over de ondergrond en de zijkanten van een dal. 
Door dit schuren ontstaan er gladde, ronde vormen. 
We noemen dit ook wel een U-dal of een gletsjerdal. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Winderosie
Wanneer de wind sterk genoeg is om zand mee te nemen dan kan zelfs de wind voor erosie zorgen. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Zand en klei
Al het gesteente dat door erosie en verwering verbrokkelt, verslijt of verandert van samenstelling zorgen er uiteindelijk voor dat er zand en klei ontstaat. 
De zand korreltjes kan je nog met het blote oog zien, kleikorrels niet. 

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten t/m 8 van paragraaf 3.

Klaar?

Ga verder met paragraaf 4, 1 t/m 4.

Slide 20 - Slide