Thema 1 - dag 8

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Thema 1  

kennismaken

spelen

• voor je plezier iets doen
• werkwoord: ik speel - wij spelen
• spel/sport/muziek maken
• spelen < -- > werken
• zin: Zij speelt gitaar.
  
• zin: De kinderen spelen met de bal.

de oom / de tante

• de oom = de broer van je vader of je moeder
• de tante = de zus van je vader of je moeder
• de  oom -  de ooms
• de tante - de tantes
• zin: De broer van mijn moeder is mijn oom Paul. Tante Jet is de zus van mijn vader.

de neef

• de zoon van je broer / van je zus
• de zoon van je oom / van je tante
• de neef  <---> de nicht
• de neef - de neven
• zin: Ik heb drie neven. Zij heten Henk, Karel en Piet.

de nicht

• de dochter van je oom / van je tante 
• de dochter van je broer / van je zus
• de nicht <---> de neef
• de nicht -  de nichten
• zin: Ik heb vijf nichten. 

nieuw

• iets wat nog niet lang bestaat
• iets wat je nog niet lang hebt
• nieuw <---> oud
• oud-ouder-oudst
• zin: Onze auto is kapot. We willen een nieuwe auto kopen. 

Welke persoon is de broer van je vader of moeder?

1. de oom
2. de nicht
3. de opa
4. de tante

Waar zie je
'spelen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke persoon is de zus van je vader of moeder?

1. de oma
2. de vader
3. de oom
4. de tante

Welke twee personen horen bij elkaar?

1. broer en opa
2. opa en oma
3. zus en oma
4. oom en tante

De neef is .............
(er zijn meer goede antwoorden)

1. een kind van je oom/tante
2. de zoon van je broer/van je zus
3. de zoon van je oom / van je tante
4. de dochter van oom/tante

Kun je het juiste woord invullen?
Ik speel graag met de dochter van mijn tante. Zij is mijn ............

1. zus
2. nicht
3. neef
4. broer

Welke personen horen
bij een familie?

Mijn telefoon heb ik nog maar 1 week, hij is .................

1. rood
2. nieuw
3. klein
4. oud

Mijn oma is 94 jaar, dat is echt heel .........

1. groot
2. jong
3. oud
4. klein