4.5 veilig vrijen

Veilig vrijen!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Veilig vrijen!

Slide 1 - Slide

Doelen
Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen
Je kunt enkele soa's noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen

Slide 2 - Slide

VOORBEHOEDSMIDDELEN

 = 

ANTICONCEPTIEMIDDELEN


=

GEBOORTE REGELING

Slide 3 - Slide

Zwangerschap voorkomen
  • condoom en pil



Slide 4 - Slide

Bevruchting 
  • Na de ovulatie blijft een onbevruchtecel 12-24 uur in leven
  • Een zaadcel kan na een zaadlozing 2-3 dagen in leven blijven
  • vruchtbare periode is ongeveer 5 dagen

Slide 5 - Slide

onbetrouwbare methoden
  • coitus interuptus= onderbroken geslachtsgemeenschap'voor het zingen de kerk uit'
  • periodieke onthouding = geen seks tijdens de vruchtbare periode van ongeveer vijf dagen 




Slide 6 - Slide

Het condoom
- Een condoom is een hoesje van dun rubber. 
- Condooms zijn gemakkelijk, goedkoop en betrouwbaar. 
- Nadeel: vrijen moet onderbroken worden. 
- Voordeel: condoom beschermt ook tegen ziekten.
- Gebruik een condoom maar 1 x. 

Slide 7 - Slide

Gebruik condoom

Slide 8 - Slide

De juiste condooms
Veilig: met CE keurmerk
Niet veilig: funcondooms

Slide 9 - Slide

De pil
- De pil bevat hormonen
- De pil moet dagelijks worden ingenomen
- De pil werkt NIET tegen geslachtsziektes
- De vrouw slikt 3 weken de pil, daarna is er een pauzeweek


Slide 10 - Slide

Prikpil

Slide 11 - Slide

Noodmaatregelen
  • Morning-afterpil (voorkomt innesteling)
  • bevat veel hormonen
  • binnen 12 uur gebruiken
  • zonder recept verkrijgbaar

 

Slide 12 - Slide

Overtijd
Als de menstruatie niet begint op de dag dat je het had verwacht.
Als je denkt dat je'
zwanger kan zijn,
doe je een zwangerschaps-     
test om het zeker te weten .

Slide 13 - Slide

Welke voorbehoedsmiddelen of methoden zijn niet betrouwbaar?

Slide 14 - Open question

Abortus
Abortuspil
  • tot 7e week
  • Vaak niet mogelijk vanwege medische redenen
Zuigcurretage
  • tot 13e week
  • Baardmoederslijmvlies en embryo worden uit baarmoeder gezogen
Late abortus
  • tot 23e week
  • Zware ingreep/operatie waarbij embryo wordt verwijdert
  • Eerst een gesprek met arts nodig, daarna verplicht 5 dagen bedenktijd

Slide 15 - Slide

SOA
  • SOA = Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
  • Er zijn verschillende SOA's. 
  • Je kunt een SOA krijgen door seks met een besmette persoon. 
  • Een bekende SOA is AIDS.
  • om te weten of je een soa hebt kun je en soa-test doen

Slide 16 - Slide

Chlamydia

Chlamydia
Chlamydia is een soa die wordt veroorzaakt door een bacterie en kan een ontsteking veroorzaken.

Deze komt vooral voor in de urinebuis en baarmoederhals. 

Chlamydia is goed te bestrijden met antibiotica.

Tijdens onveilige seks kun je deze soa overdragen.

Slide 17 - Slide

Morningafterpil
Abortus

Slide 18 - Slide

HIV en aids
  • De ziekte Aids wordt veroorzaakt door het HIV-virus. Dit is een geslachtsziekte.
  • Wanneer je het HIV-virus bij je draagt, ben je HIV-positief. Als je HIV hebt, ben je niet direct ziek. Het HIV-virus breekt het afweersysteem af. 
  • Wanneer je afweersysteem niet meer werkt spreken we van aids.

Slide 19 - Slide

Is coïtus interruptus een veilige van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig

Slide 20 - Quiz

Wat is anticonceptie?
A
Voorbehoedsmiddel
B
Anti-drankregeling
C
Anti-regering
D
Nabehoedsmiddel

Slide 21 - Quiz

Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?

A
veilig
B
niet veilig

Slide 22 - Quiz

Waar of niet waar?
Anticonceptie beschermt tegen een SOA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat is de EERSTE noodmaatregel die je kunt nemen bij een ongewenste zwangerschap?
A
Abortus
B
Zuigcurretage
C
Abortus Pil
D
Morning After Pil

Slide 24 - Quiz

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid

Slide 25 - Quiz

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
Opdrachten maken op blz. 48  t/m 60 opdracht 1 t/m 4 en opdracht 6 t/m 10  op blz. 58 

Slide 27 - Slide