Les 9 - Hebban olla vogola

Les 9  Hebban olla vogala
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 9  Hebban olla vogala

Slide 1 - Slide

Lesdoel
1. Je kunt vertellen welke taal er werd gesproken in Nederland in de tijd van steden en staten.
2. Je kunt enkele boeken noemen uit die tijd.

Slide 2 - Slide

Monnik

Slide 3 - Mind map

Weet je het nog?
We lezen samen blz. 93 t/m 95 (einde van de eerste alinea).

Slide 4 - Slide

Wat was de schrijftaal van de monniken?
A
Nederlands
B
Spaans
C
Latijn
D
Afrikaans

Slide 5 - Quiz

Wat betekent: Hebban olla vogala
A
Hebben alle vogels....
B
Had Olga vogels...
C
Hebban heeft ook vogels...
D
Hebben vogels vleugels

Slide 6 - Quiz

In welk tijdvak bevindt deze tijd zich?
A
Grieken en romeinen
B
Monniken en ridders
C
Steden en staten
D
Wereldoorlogen

Slide 7 - Quiz

Schrijven

De monniken schreven Latijnse teksten over. Dit deden zij in het scriptorium. Dit is een zaal met schrijftafels en allerlei materialen die ze nodig hadden om te schrijven.

Kijkvraag:

Welke materialen zouden ze gebruiken bij het schrijven?

Kijk en luister goed naar het volgende filmpje. Daarna komt de kijkvraag nog een keer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke materialen had een monnik nodig om te schrijven?

Slide 10 - Open question

Van welk dier werd o.a. perkament gemaakt?
A
schaap
B
lammetje
C
geit
D
kippen

Slide 11 - Quiz

Welke taal? blz. 95
We lezen de tweede alinea en bekijken het plaatje. 
Het is één van de alleroudste (1000 jr) geschreven zinnen in de Nederlandse taal en is tevens een liefdesliedje.

Welke Nederlandse woorden herken je in dit zinnetje?

Het is één van de alleroudste (1000 jr) geschreven zinnen in de Nederlandse taal en is tevens een liefdesliedje.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kijk en luister goed...

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hier komen de antwoorden op deze kijkvragen. (check in je boek op blz. 96)

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Blz. 96: Koning Arthur
We lezen nu regel 1 t/m 9.

Slide 18 - Slide

                                                Blz.97
Graaf Floris V

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Je gaat kijken naar verschillende soorten letters. Wat valt je op?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat viel je op toen je naar de letters keek?

Slide 30 - Open question

Zelf aan de slag


Jullie gaan nu zelf aan de slag met het maken van bijzondere letters.

Slide 31 - Slide