NN par. 4 Koppelteken en weglatingsstreepje

Koppelteken
Wanneer? Woord, letter of getal verbinden met ander woord. 
Waarom?  Makkelijker lezen. 

Meestal koppelteken niet nodig > samengestelde woorden schrijven als één woord, dus aan elkaar!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Koppelteken
Wanneer? Woord, letter of getal verbinden met ander woord. 
Waarom?  Makkelijker lezen. 

Meestal koppelteken niet nodig > samengestelde woorden schrijven als één woord, dus aan elkaar!

Slide 1 - Slide

Koppelteken
Een aantal regels...

Slide 2 - Slide

Bij klinkerbotsingen
  • zee-egel
  • toe-eigenen
  • foto-onderschrift
  • macho-uiterlijk
  • auto-inbraak

Slide 3 - Slide

Na een teken/cijfer/letters
  • %-teken
  • 50-jarige
  • cao-akkoord
  • ook in samenstellingen met letters of letterwoorden die uit één of meer hoofdletters bestaan: 
  • X-benen
  • T-shirt

Slide 4 - Slide

Samenstelling aardrijkskundige namen
  • Zuid-Amerika
  • Noord-Holland
  • West-Friesland

Slide 5 - Slide

In sommige plaatsnamen
's-Gravenhage
's-Hertogenbosch

Slide 6 - Slide

adjunct-
aspirant-
bijna-
ex-
interim-
kandidaat-
leerling-
non- 
niet-
oud-
Voorvoegsels ALTIJD met koppelteken.

Dus:

ex-man
non-actief
niet-gelovigen
oud-president (voormalig president)

Slide 7 - Slide

Samenstelling met naam (2e deel begint met een hoofdletter)
  • kabinet-Rutte
  • anti-Russich
  • pro-Amerikaans 

Slide 8 - Slide

bij gelijkwaardige woorden
Je kunt deze woorden ook omdraaien -> gelijkwaardig
  • minister-president
  • democratisch-liberaal
  • chef-kok

Slide 9 - Slide

In samenkoppelingen
  • rood-wit-blauw
  • staakt-het-vuren
  • kant-en-klaar
  • vergeet-mij-nietje
  • glad-in-lood

Slide 10 - Slide

koppelteken nodig

Slide 11 - Slide

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 12 - Quiz

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 13 - Quiz

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 16 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
whiskycola
B
whisky cola
C
whisky-cola

Slide 17 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur

Slide 18 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
winkelcentrum
B
winkel centrum
C
winkel-centrum

Slide 19 - Quiz

Wat is een lange afstandsloper?
A
Iemand die lang is en afstanden loopt
B
Iemand die lange afstanden loopt

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat, mag dat met een weglatingsstreepje.
Let op: 
- bijv. in- en uitvoer
- bijv. damesjassen en -jurken

Laat je een heel woord weg, dan gebruik je geen streepje.

Slide 22 - Slide

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
dorpsstraten en dorpspleinen

Slide 23 - Open question

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
grote kinderen en kleine kinderen

Slide 24 - Open question

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 25 - Open question

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
volle flessen en lege flessen

Slide 26 - Open question

Terug naar de PPT
slide 19
Maken opdracht 3 blz 95
 

Slide 27 - Slide