Herhaling H5

Alles wat een bedrijf doet om aandacht voor zijn product te trekken
A
Markten
B
Woningmarkt
C
Marketing
D
Adverteren
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Alles wat een bedrijf doet om aandacht voor zijn product te trekken
A
Markten
B
Woningmarkt
C
Marketing
D
Adverteren

Slide 1 - Quiz

Een plaats waar iets wordt gekocht en verkocht
A
Winkel
B
Markt
C
Bakker
D
Internet

Slide 2 - Quiz

Alles wat mensen willen kopen
A
Boodschappen
B
Inkoopgoederen
C
Vraag
D
Aanbod

Slide 3 - Quiz

De prijs dat een winkelier betaalt voor een product dat hij later wil verkopen
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Consumentenprijs
D
Brutowinstopslag

Slide 4 - Quiz

Het bedrag dat een winkelier bij de inkoopprijs optelt zodat hij winst maakt
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Consumentenprijs
D
Brutowinstopslag

Slide 5 - Quiz

Het bedrag waarvoor een winkelier een product verkoopt
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Consumentenprijs
D
Brutowinstopslag

Slide 6 - Quiz

Het aantal producten dat je verkoopt
A
Inkoopprijs
B
Afzet
C
Omzet
D
Brutowinstopslag

Slide 7 - Quiz

De verkoopopbrengst. Alles wat een bedrijf ontvangt aan verkopen
A
Inkoopprijs
B
Afzet
C
Omzet
D
Brutowinstopslag

Slide 8 - Quiz

Belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs
A
Verkoopbelasting
B
Consumentenprijs
C
Brutowinstopslag
D
btw

Slide 9 - Quiz

De prijs die je als consument betaalt inclusief btw
A
Verkoopbelasting
B
Consumentenprijs
C
Brutowinstopslag
D
btw

Slide 10 - Quiz

De winst die uiteindelijk overblijft nadat alle kosten zijn betaald
A
Inkoopwaarde
B
Brutowinst
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst

Slide 11 - Quiz

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde
A
Inkoopwaarde
B
Brutowinst
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst

Slide 12 - Quiz

Het totale bedrag dat een winkelier betaalt voor de inkoop van producten
A
Inkoopwaarde
B
Brutowinst
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst

Slide 13 - Quiz

De kosten om een winkel te laten functioneren
A
Inkoopwaarde
B
Brutowinst
C
Bedrijfskosten
D
Nettowinst

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide