3.4 Voedselrelaties

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Aan het werk!
  4. Samenvatten
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Aan het werk!
  4. Samenvatten

Slide 1 - Slide

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 2 - Drag question

Ecosysteem
Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Bijvoorbeeld:
In de sloot leven vissen, algen, waterplanten, kikkers en insecten (biotische factoren). De watertemperatuur, de helderheid van het water en de hoeveelheid licht (abiotische factoren) spelen een rol in het leefgebied van deze dieren en planten. 

Slide 3 - Slide

Niveaus van een ecosysteem

Slide 4 - Slide

Voedselrelaties
In ieder ecosysteem is de voedselrelatie een belangrijke biotische factor. Een voedselrelatie geeft aan welke organismen in een ecosysteem elkaar eten. 

Slide 5 - Slide

Voedselketen

Slide 6 - Slide

Voedselketen
Begint altijd met een producent. Vervolgens komen de consumenten
Je noteert altijd een pijltje tussen de organismen. 

Slide 7 - Slide

Voedselketen

Slide 8 - Slide

Voedselweb
In een ecosysteem zijn verschillende voedselketens. 

Wanneer deze ketens met elkaar verbonden worden krijg je een voedselweb. 

Slide 9 - Slide

Voedselpiramide
Je kunt ook gaan kijken naar de aantallen organismen die opgegeten worden in de verschillende voedselketens.
Je maakt dan een voedselpiramide.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voedselpiramide:
een piramide die laat zien hoeveel organismen de ene soort nodig heeft om te overleven.

De havik eet koolmezen.
De koolmezen eten rupsen.
De rupsen eten bladeren.

Slide 12 - Slide

Biomassa
Het gewicht van alle stoffen in een organisme, zonder water.

Dieren verbruiken stoffen, scheiden stoffen uit en bouwen stoffen op. 

Slide 13 - Slide

Piramide van biomassa
Blauw = verbranding
Bruin = vertering
Rood = assimilatie van eiwitten

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 1 t/m 19 van 3.4
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 15 - Slide

Een boom is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Een havik is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een reiger is een consument
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een individu is onderdeel van een populatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Klaas zegt:
Een ecosysteem omvat alle abiotische factoren in een bepaald gebied.
Is zijn uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 21 - Drag question

Voedselketen
Voedselweb

Slide 22 - Drag question

Welk begrip hoort bij welke omschrijving?
het gewicht van alle organische stoffen in een organisme
schema dat laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen
schema dat laat zien wat het gewicht is van alle organische stoffen in elke schakel van een voedselketen
Biomassa
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 23 - Drag question

Lesafsluiting
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij:
  1. Uitleggen uit welke verschillende niveaus een ecosysteem is opgebouwd (individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem)
  2. Een voedselketen maken met hierin de producten en consumenten van verschillende ordes
  3. Uitleggen hoe een voedselpiramide is opgebouwd en hoe je een voedselpiramide kunt aflezen.
  4. Uitleggen wat een piramide van biomassa is

Slide 25 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Mind map