2KB2 20 april

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

Slide 1 - Slide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 2 - Slide

Programma van de les 2KB2 20 april
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Trappen van vergelijking
  • Lastige werkwoorden

Lesdoel:

Ik kan de trappen van vergelijking goed gebruiken.

Slide 3 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Slide

Huiswerk
Hoofdstuk 5 Taalverzorging

Formuleren: over de trappen van vergelijking en als en dan:
Startopdracht, opdracht1, opdracht 2

Slide 5 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 6 - Slide

De trappen van vergelijking

Taalverzorging - hoofdstuk 5 - klas 2

Slide 7 - Slide

Lesdoelen

Je weet wat de trappen van vergelijking zijn.

Je weet wanneer je 'als' en wanneer je 'dan' gebruikt.

Slide 8 - Slide

Wat is vergelijken?
Wat doe je eigenlijk als je twee dingen met elkaar vergelijkt?

Slide 9 - Slide

Vergelijken

Als je twee dingen met elkaar wilt vergelijken, gebruik je vaak de trappen van vergelijking en de woorden als en dan

Slide 10 - Slide

De trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
aardig
aardiger
het aardigst
lekker
lekkerder
het lekkerst
lief
liever
het liefst

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
  • bladzijde 134
  • Taalverzorging formuleren: over de trappen van vergelijking
  •   Startopdracht, opdracht  3, 4, 5

Slide 12 - Slide

Lastige werkwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie

H5. Taalverzorging - Spelling
Over lastige werkwoorden

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert de werkwoorden die beginnen met ge-, be-,ver-, ont-, her-, of over-   goed te spellen.

Slide 14 - Slide

Sommige werkwoorden beginnen met be- of ver- of over-, zoals bevrijden, vertellen en overhalen
Geef zelf twee (andere) voorbeelden van dit soort werkwoorden. 

Slide 15 - Mind map

Waarom moeten we dit doen? 
Wanneer je teksten typt in Word en de spellingcontrole gebruikt, is het verstandig om naar het volgende uitlegfilmpje te kijken. Dan weet je waarom het belangrijk is om de uitleg over deze lastige werkwoorden te leren en te oefenen. 

Spellingcontrole in Word gaat je daar namelijk niet mee helpen!
Dan typ je dus werkwoorden fout!
Voorlezen

Slide 16 - Slide

1

Slide 17 - Video

03:33
Waarom is het dus belangrijk dat je de regels moet kennen en niet op Word moet vertrouwen?
Geef antwoord met een goede zin.

Slide 18 - Open question

Uitleg werkwijze
Tijdens het bekijken en beluisteren van de video-uitleg over lastige werkwoorden moet je een aantal vragen beantwoorden. Daarnaast moet je het theorieschema verder invullen. Dat schema (Worddocument) hangt in de les van vandaag en kun je op je laptop verder invullen, terwijl of nadat je de video hebt bekeken. Sla het door jou ingevulde document goed op.
Voorlezen

Slide 19 - Slide

6

Slide 20 - Video

01:16

Vul het goede werkwoord in:

1) Hij betaalt/betaald de rekening.
2) Ik heb de rekening betaalt/betaald. 
A
1) betaalt 2) betaalt
B
1) betaalt 2) betaald
C
1) betaald 2) betaalt
D
1) betaald 2) betaald

Slide 21 - Quiz

02:03

Is onderstaande uitspraak juist of niet? 

De woordjes aan de linkerkant moeten met een 't' geschreven worden, omdat het de persoonsvorm is en het onderwerp dat er bij hoort een hij, zij of het is. 
A
onjuist
B
juist

Slide 22 - Quiz

02:21

De woorden aan de rechterkant zijn voltooid deelwoorden. Of je voltooid deelwoorden met een 't' of 'd' moet schrijven, kun je te weten komen door de woorden uit te spreken en langer te maken. Dan hoor je wat je moet schrijven: een 't' of een 'd.'
Is deze uitspraak juist of onjuist? 
Voorlezen van vraag
A
onjuist
B
juist

Slide 23 - Quiz

04:16
Leg uit hoe je te weten kunt komen dat de werkwoorden 'heeft' (in de eerste zin) en 'herkent/herkend' (in de tweede zin) persoonsvormen zijn.

Met andere woorden: hoe vind je de persoonsvorm in een (samengestelde) zin?

Slide 24 - Open question

04:58

Wat is de goede schrijfwijze van de werkwoorden?
Ondanks het carnavalsmasker heeft Jan haar snel _________________(1 herkennen), maar zij _______________(2 herkennen) hem pas later op de avond. 
A
1) herkent 2) herkent
B
1) herkend 2) herkend
C
1) herkent 2) herkend
D
1) herkend 2) herkent

Slide 25 - Quiz

05:39
Maak twee zinnen met het werkwoord verbeteren. Het onderwerp in beide zinnen is 'Het meisje.'
Zin 1 pv: werkwoord verbeteren als persoonsvorm.
Zin 2 volt. dw : werkwoord verbeteren als voltooid deelwoord.
Typ 'Zin 1 pv' en 'Zin 2 volt. dw.' ook voor je zinnen.
Voorlezen

Slide 26 - Open question

Zo meteen volgen een aantal meerkeuzevragen, zodat je kan zien of je het tot dusver hebt gesnapt. 

Slide 27 - Slide

Het _____________ (gebeuren) iedere dag wel een keer dat de wifi uitvalt.

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - gebeurt
B
pv - gebeurd
C
volt.dw. - gebeurt
D
volt.dw. - gebeurd

Slide 28 - Quiz

Ze heeft al vijf keer haar wachtwoord __________ (veranderen).

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - verandert
B
pv - veranderd
C
volt.dw. - verandert
D
volt.dw. - veranderd

Slide 29 - Quiz

Mijn oma _______________ (verhuizen) morgen naar Veghel.

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - verhuisd
B
pv - verhuist
C
volt.dw. - verhuisd
D
volt.dw. - verhuist

Slide 30 - Quiz

De verkoper had de prijs al ___________________(berekenen).

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - berekent
B
pv - berekend
C
volt.dw. - berekend
D
volt.dw. - berekent

Slide 31 - Quiz

Hij _____________ (beloven) dat hij snel terugkomt vandaag.

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - belooft
B
pv - beloofd
C
volt.dw. - belooft
D
volt.dw. - beloofd

Slide 32 - Quiz

Nu ________________(vertellen) zij mijn geheim door!

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - verteld
B
pv - vertelt
C
volt.dw. - vertelt
D
volt.dw. - verteld

Slide 33 - Quiz

Jij ________________(verbeteren) natuurlijk je fouten.

Beantwoord of het hier een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord en wat de goede schrijfwijze dus is.

A
pv - verbetert
B
pv - verbeterd
C
volt.dw. - verbetert
D
volt.dw. - verbeterd

Slide 34 - Quiz

Je hebt nu alles af van dit onderdeel. Schrijf twee dingen op die je van deze uitleg en oefeningen hebt geleerd.

Slide 35 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open question

Eindopdrachten
Ga naar Magister huiswerk. Daar vind je de volgende twee opdrachten: 
  • Eindopdracht 1: Bossche bol heeft stiekem een Haags tintje
  • Eindopdracht 2: Lastige werkwoorden
Beiden maak je en lever je in via berichten in Magister. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide