5.6 Werken nu en in de toekomst


 5.6 Werken nu en in de toekomst


1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


 5.6 Werken nu en in de toekomst


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les
Nakijken opdrachtenblad 5.5

Korte uitleg 5.6

Aan de slag

(Toets eind juni hoofdstuk 2 en hoofdstuk 5)

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 2
Noem twee verschilpunten tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Geef van beide een voorbeeld.
  • Voor wie? Wie betaalt? Hoeveel krijgen mensen?
  • Volksverzekeringen zijn voor iedereen. Werknemersverzekeringen zijn alleen bestemd voor werknemers.
  • Iedereen die in Nederland woont en/of werkt betaalt premie voor volksverzekeringen, werknemersverzekeringen worden betaald door werknemers en werkgevers.
  • Volksverzekeringen zijn inkomensonafhankelijk: ze zijn meestal niet gekoppeld aan het verdiende loon. Werknemersverzekeringen zijn inkomensafhankelijk. De hoogte van de uitkering van werknemersverzekeringen is gekoppeld aan het laatstverdiende loon.
  • Voorbeeld volksverzekering: AOW, voorbeeld werknemersverzekering: WW



Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 3
Vind je het terecht dat iedereen recht heeft op een AOW-uitkering, ook rijke mensen? 
  • Ja, want het betreft een volksverzekering die voor iedereen geldt. Ook rijke mensen hebben hun leven lang gewerkt en bijgedragen aan deze verzekering
  • Nee, want gepensioneerde rijken hebben geen financiële ondersteuning nodig; je houdt daarmee de sociale ongelijkheid in stand of vergroot deze zelfs.

Slide 5 - Slide

Nakijken opdracht 4
  • Maakt vacaturebank Trickle gebruik van positieve discriminatie? Leg je antwoord uit.
  • Wat is positieve discriminatie?
  • Positieve discriminatie zijn maatregelen die achterstandsgroepen bevoordelen
  • Nee, het solliciteren gebeurt anoniem dus niemand wordt bevoordeeld op basis van naam, geslacht of nationaliteit. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je uitleggen...

- waarom we werken 
- en hoe mensen daarin verschillen
- met welke veranderingen we te maken gaan krijgen mb.t. werk 

Slide 7 - Slide

Waarom werken?

Wat is voor jou de belangrijkste motivatie om te werken?

Slide 8 - Slide

Waarom werken we?
  • Materiële behoefte: inkomen.
  • Immateriële behoeften: opdoen van sociale contacten, verbeteren van status, erkenning.  

Werk vergroot de welvaart + welzijn van een samenleving. Werk zorgt ervoor dat je gezonder bent en je onderdeel voelt van de samenleving

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Arbeidsethos

Het belang dat mensen aan werk hechten


  • Hoog arbeidsethos: positief over werk
  • Laag arbeidsethos: negatief, werk is iets vervelends (je kunt weinig van je leven genieten).

Slide 11 - Slide

Welke landen staan bekend om een hoog arbeidsethos?
Wat vind je daarvan?

Slide 12 - Open question

Arbeidsmarkt
De plaats waar vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.

  • Aanbod: beroepsbevolking (iedereen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor werk).
  • Vraag: werkgelegenheid. 
  • Als de vraag groter is dan het aanbod heb je een "overspannen arbeidsmarkt", andersom heb je veel werkloosheid.

Slide 13 - Slide


Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

  1. Automatisering
  2. Flexibilisering
  3. Globalisering  

Slide 14 - Slide


Automatisering

Het vervangen van menselijke arbeid door machines en computers (voorbeeld?)

  • Kostenbesparing werkgevers (minder loonkosten, minder fouten).
  • Nadeel werknemers: banen verdwijnen
  • Voordeel: werknemers zich op meer uitdagende taken richten, behoefte aan andere werknemers

  • Overheid en werkgevers proberen werknemers bij te scholen of om te scholen naar een andere baan

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Flexibilisering
De ontwikkeling naar veel meer variaties in arbeidsrelaties en arbeidscontracten. 

  • Flexibele werkcontracten: oproepbaar of tijdelijk
  • Nadeel: je voelt je minder snel onderdeel van het bedrijf, kwetsbaar in tijden van crises.
  • ZZP'ers: voordeel voor de werkgevers: ZZP'ers zijn flexibel en dus inzetbaar wanneer nodig, geen premies! Voordeel voor de ZZP'ers zelf: hij is eigen baas en heeft meer vrijheid.

    Gevaar ZZP'ers verzekerden zich vaak niet en dan..? Wie zorgt er voor hen?

Slide 17 - Slide

Globalisering
Door de wereldwijde handel raken economieën steeds meer met elkaar verbonden. 

  • EU: gemeenschappelijke arbeidsmarkt
  • Bedrijven die gedeeltelijk naar Azië verplaatsen voor de lage lonen

Slide 18 - Slide

Positieve en negatieve gevolgen
Positief gevolg:
- Bedrijven kunnen makkelijker investeren of uitbreiden naar andere gebieden.
- Er komen steeds meer regels vanuit de Europese Unie die de arbeidsomstandigheden en ­voorwaarden van werknemers verbeteren (in sommige landen is dat een enorme winst)

Negatief gevolg:
- Talent verdwijnt uit Nederland omdat ze naar het buitenland vertrekken
- Werkgelegenheid verdwijnt

Slide 19 - Slide

Aan de slag

Optie 1: Lees 5.6, maak vraag 1, 3 t/m 6,  8 en 9 en ga daarna aan de slag met je PO

Optie 2: Ga direct aan de slag met je PO, de opdrachten zijn dan huiswerk (wordt volgende les gecheckt!)

Slide 20 - Slide