Faseovergangen H6.4 VH

H6.4 faseovergangen

Lees de presentatie goed en bekijk de video's.
Beantwoord ook de quizvragen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6.4 faseovergangen

Lees de presentatie goed en bekijk de video's.
Beantwoord ook de quizvragen

Slide 1 - Slide

doelen
  1. dat stoffen in verschillende fasen voorkomen en van fase kunnen veranderen

  2. leer de drie fases en de zes fase-overgangen van stoffen
  3. je kunt een fasedriehoek tekenen inclusief fase en faseovergangen
  4. beschrijven wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel
  5. een smeltpunt/traject en een stolpunt/traject van een mengsel in een diagram tekenen
  6. temperatuurschaal Celsius en Kelvin en het absolute nulpunt

Slide 2 - Slide

Faseovergangen
Fase
en
Faseovergangen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Faseveranderingen
Als water verdampt gaat het van de vloeibare fase naar de gasfase.



Notatie: 
H2O (l) -> H2O (g)
Fasedriehoek

Slide 6 - Slide

Toestandsaanduidingen
Vast: (s)
Vloeibaar : (l)
Gas: (g)
Opgelost in water: (aq)


Slide 7 - Slide

Zuivere stof en mengsel
Zuivere stof: 
  • is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen

Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten moleculen door elkaar

Slide 8 - Slide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 9 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject

Slide 10 - Slide

Wat is temperatuur?
 'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip. 
Het wordt gebruikt om te meten 
hoe warm of hoe koud iets is. 

Slide 11 - Slide

Hoe meet je temperatuur?
  • Temperaturen met je met een thermometer.
  • De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  • Maar er is ruzie geweest over de naam en indeling.
  • Daarom is temperatuur niet overal hetzelfde...

Slide 12 - Slide

Celcius / Kelvin

Slide 13 - Slide

Temperatuurschalen
  • Celsius; twee ijkpunten: 0 oC waarbij water bevriest en 100oC waarbij water gaat koken
  • Kelvin; begint bij het absolute nulpunt, hierbij bewegen de atomen niet meer. -273 oC = 0 oK                   

Slide 14 - Slide

Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 15 - Slide

Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen

Slide 16 - Quiz

Faseveranderingen 3 en 6 zijn
A
stollen en rijpen
B
smelten en vervluchtigen
C
rijpen en verdampen
D
condenseren en stollen

Slide 17 - Quiz

Het kookpunt van ethanol is 78 graden Celsius, hoeveel Kelvin is dit?
A
-193 K
B
351 K
C
-95 K
D
251 K

Slide 18 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 K
B
273 K
C
-273 K
D
0 graden Celcius

Slide 19 - Quiz

Het kookpunt van koper is 2843 K hoeveel graden Celsius is dat?
A
3116 graden Celsius
B
2670 graden Celsius
C
2570 graden Celsius
D
3016 graden Celsius

Slide 20 - Quiz

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 Kelvin
C
200 Kelvin
D
-10 graden Celsius

Slide 21 - Quiz

Opdracht / hw
H6.4 maken opdrachten:
50, 51, 52, 55, 56 en 58

Inleveren in Word of foto
via Magister Berichten/Mail of Teams !!

Slide 22 - Slide