Persoonlijk voornaamwoord in 3e en 4e bij voorzetsels

Personalpronomen und ein Lied
in den 3. Fall, den Dativ
Ich kann ein Lied verstehen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Personalpronomen und ein Lied
in den 3. Fall, den Dativ
Ich kann ein Lied verstehen

Slide 1 - Slide

Lernziel
Ich kann die Personalpronomen auf Deutsch benutzen

Slide 2 - Slide

Noem de voorzetsels voor de 3e naamval

Slide 3 - Mind map

Noem de voorzetsels voor de 4e naamval

Slide 4 - Mind map

mit
nach
bei
von
zu
bij
met
van
naar (pers)
na, naar

Slide 5 - Drag question

durch
für
ohne
um
gegen
zonder
door
om
tegen
voor

Slide 6 - Drag question

Pas auf! Nach eine Präposition volgt immer ein Personalpronomen in jeweiligen Kasus!

Slide 7 - Slide

Dativ
Weet je nog...

Slide 8 - Slide

Personalpronomen mit Dativ
Heb je een voorzetsel met de Dativ (meerw. vw), dan veranderd het pers. vnw.

Slide 9 - Slide

mit (mij)
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 10 - Quiz

mit (jou)
A
du
B
dir
C
dich

Slide 11 - Quiz

Ich spiele ....... (bij haar).
A
bei sie
B
bei ihr

Slide 12 - Quiz

zu (haar)

Slide 13 - Open question

von (ons)

Slide 14 - Open question

mit (het)

Slide 15 - Open question

bei (hen)

Slide 16 - Open question

........ (tegen wie) spielt die Mannschaft?

Slide 17 - Open question

......... (door jullie) habe ich die Prüfung geschafft

Slide 18 - Open question

Es geht nicht ........ (om jou), sondern ....... (om mij)

Slide 19 - Open question

Eine Frage?

Slide 20 - Slide

Das ist Berlin
Hymne einer Stadt

Slide 21 - Slide

Aufgabe:
was hörst du?
Schreibe das auf in dein Heft

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Was hast du gehört

Slide 24 - Slide