This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
12.2 Het zit in de familie
Slide 1 - Slide
Lesdoelen 12.2 'Het zit in de familie'
Je kan uitleggen hoe aandoeningen overerven.
Je kan ook uitleggen hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft.
Slide 2 - Slide
Hoe krijg je een erfelijke aandoening?
Erfelijke aandoeningen: veroorzaakt door foutjes in de genen.
Monogeen: erfelijke aandoening bepaald door één gen (bv albinisme)
Recessief overervende ziekte:
ziekmakende allel dat niet tot uiting komt bij een heterogeen genenpaar
Drager: mensen die één recessief allel bij zich dragen en niet ziek zijn.
Slide 3 - Slide
Recessief overervende ziekte
- Als beide ouders heterozygoot zijn voor een eigenschap (bv Aa + Aa)
- Als de ziekte niet tot uiting komt, noem je het ziekmakende allel 'recessief' (bv 'a')
-> Is dochter ziek, dan is zij 'aa'.
Slide 4 - Slide
Dominant overervende ziekte
- Als één van de ouders heterozygoot is, andere ouder homozygoot (recessief) is.
- Kind dat gezond is móet wel 'aa' zijn. Dominant krijg nl altijd hoofdletter. Dus kind dat Aa is, is óók ziek.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
X-chromosomale afwijking -> voorbeeld
Voorbeeld: op Y-chromosoom zitten geen allelen voor de eigenschap kleurenblindheid.
Zie afbeelding hiernaast.
- Genotype vader met dominante allel noteer je als XAY. (niet kleurenblind)
- Genotype van moeder noteer je als XAXa. (drager)
meisje kan alleen kleurenblind zijn als vader kleurenblind is en moeder drager.
Slide 7 - Slide
Weinig kleurenblinde meisjes
Geslachtsgebonden recessieve overerving: als een aandoening veroorzaakt wordt door een gen op het X-chromosoom en recessief is. -> Vrouw heeft nog een ander X-chromosoom om 'te compenseren', dus mannen met x-chromosomale aandoening komt vaker voor.
Noteren van geslachtsgeb.eigenschap:
voorbeeld: XA en Xa.
Slide 8 - Slide
Welke zin over een dominante x-chromosomale overerving van een afwijking is juist?
A
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn zoons
B
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn dochters
C
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar zoons
D
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar dochters
Slide 9 - Quiz
De ziekte van Duchenne komt veel vaker bij mannen voor. Dit is dus waarschijnlijk een:
A
y-chromosomale overerving
B
x-chromosomale overerving
C
ziekte veroorzaakt door defect testosteron
D
alleen via de vader te erven
Slide 10 - Quiz
Iemand die wel het gen voor de zieke hypofosfatase bezit maar zelf niet ziek is, wordt een drager genoemd.
Is Stephanie een drager? En Henry?
A
Alleen Stephanie is een drager.
B
Alleen Henry is een drager.
C
Stephanie en Henry zijn beiden drager.
D
Stephanie en Henry zijn beiden geen drager.
Slide 11 - Quiz
Een man en een vrouw hebben allebei de ziekte van Huntington (dominante overerving). Ze hebben al een gezonde dochter samen gekregen. Hoe groot is de kans dat hun volgende kind ook gezond is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%
Slide 12 - Quiz
Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist.
De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer.
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide hebben genotype AA
B
Beide hebben genotype aa
C
Beide hebben genotype Aa
D
Eén van beide heeft genotype AA, de ander Aa.
Slide 13 - Quiz
Bekijk de stamboom hiernaast voor de eigenschap links- en rechtshandigheid. De witte symbolen stellen linkshandige personen voor en de zwarte symbolen rechtshandige. Kun je aan de hand van deze stamboom zeggen welk allel dominant is? Licht je antwoord toe.
Slide 14 - Open question
Wanneer laten ouders een stamboomonderzoek doen?
Een stamboom geeft informatie over hoe een eigenschap overerft.
Erfelijkheidsvoorlichters gebruiken stambomen om een advies te kunnen geven aan mensen die een erfelijke aandoening in de familie hebben.
Slide 15 - Slide
Zijn er nog vragen?
Nee -> Fijn! ;)
Ja -> Wees welkom bij een KWT-les. Daarin kunnen we extra oefenopgaven behandelen en/of instructie-filmpjes kijken.