B&F Quiz Teams 5 januari groep C

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Computational thinkingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

categorie: Rekenen

Slide 2 - Slide

Bij een spel schaken begin je met 16 speelstukken. Bart is al snel 2 torens en 4 pionnen kwijt. Hoeveel speelstukken heeft hij nog over?
10
6
11

Slide 3 - Slide

Noah koopt een trui van 14 euro en een riem van 5 euro. Hoeveel moet hij betalen?
17 euro
19 euro
21 euro

Slide 4 - Slide

Jan heeft 11 geitjes. 4 lopen buiten in de wei. Hoeveel geitjes zijn er nog in het hok?
9
6
7

Slide 5 - Slide

categorie: Spelling

Slide 6 - Slide

bij welke categorie hoort het woord

maaien
luchtwoord
aai/ ooi/ oei woord
plankwoord

Slide 7 - Slide

bij welke categorie hoort het woord

vluchten
luchtwoord
aai/ ooi/ oei woord
plankwoord

Slide 8 - Slide

bij welke categorie hoort het woord

banken
luchtwoord
aai/ ooi/ oei woord
plankwoord

Slide 9 - Slide

bij welke categorie hoort het woord

denken
luchtwoord
aai/ ooi/ oei woord
plankwoord

Slide 10 - Slide

bij welke categorie hoort het woord

vlooien
luchtwoord
aai/ ooi/ oei woord
plankwoord

Slide 11 - Slide

categorie: biologie

Slide 12 - Slide

Waar of niet waar?

Olifanten kunnen niet zwemmen
niet waar
waar

Slide 13 - Slide

Waar of niet waar?

Het oog van de olifant heeft
 de grootte van een basketbal
niet waar
waar

Slide 14 - Slide

Waar of niet waar?
een krokodil heeft geen tong
niet waar
waar

Slide 15 - Slide

Waar of niet waar?

De hoorn van een neushoorn bestaat uit samengeperste haren
niet waar
waar

Slide 16 - Slide

Waar of niet waar?

De hoorn van een neushoorn bestaat uit samengeperste haren
niet waar
waar

Slide 17 - Slide