paragraaf 3.1 Som- en Verschilformules

D3D - paragraaf 3.1
D3D - 3.1 SOM- EN VERSCHILFORMULES
Pak je chromebook.

Lever je huiswerk in.



Kijk naar de startopdracht.
Schrijf de volgende formules zo kort mogelijk

 p = 7k + 6 + 3k + 9

 r = 8m + 11 - 3

y = 3x - 5x + 11 + 7z
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

D3D - paragraaf 3.1
D3D - 3.1 SOM- EN VERSCHILFORMULES
Pak je chromebook.

Lever je huiswerk in.



Kijk naar de startopdracht.
Schrijf de volgende formules zo kort mogelijk

 p = 7k + 6 + 3k + 9

 r = 8m + 11 - 3

y = 3x - 5x + 11 + 7z

Slide 1 - Slide

Schrijf de formule zo kort mogelijk
p = 7k + 6 + 3k + 9

Slide 2 - Open question

Schrijf de formule zo kort mogelijk
r = 8m + 11 - 3

Slide 3 - Open question

Schrijf de formule zo kort mogelijk
y = 3x - 5x + 11 + 7z

Slide 4 - Open question

Wat is het startgetal?
A
0
B
5
C
10
D
60

Slide 5 - Quiz

Bereken het hellingsgetal
A
1
B
5
C
10
D
60

Slide 6 - Quiz

Geef de formule die hoort
bij deze grafiek.
A
tijd = 10 + 10 x meters
B
tijd = 10 + 5 x meters
C
hoogte = 5 per minuut + 10
D
aantal minuten x 5 + 10 = hoogte

Slide 7 - Quiz

Somtabel - formule







somformule

Slide 8 - Slide

Somtabel - formule zonder tabel
Geef de somfomule zonder een tabel te gebruiken.


Slide 9 - Slide

Wat is het startgetal en het helling getal van de somformule?
A
Startgetal: 100 Hellingsgetal: 25
B
Startgetal: 150 Hellingsgetal: 15
C
Startgetal: 150 Hellingsgetal: 25
D
Startgetal: 50 Hellingsgetal: 25

Slide 10 - Quiz

Maak van de 2 formules een somformule.
h = 5 + 6t
h = 3 + 4t
Wat is de somformule
A
h = 5 + 6t
B
h = 8 + 10t
C
h = 2 + 2t
D
h = 8 + 2t

Slide 11 - Quiz

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 4 - 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule
A
aantal = 4 + 4t
B
aantal = 8 + 8t
C
aantal = 8 + 4t
D
aantal = 8 -4t

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Paragraaf  3.1 

Som 1 - 3 - 4 

Slide 13 - Slide

verschiltabel en verschiltformule
Maria: 2d + 10 = v                     Cees: 3d + 4 = v

Slide 14 - Slide

Verschilformule

Slide 15 - Slide

Verschilformule

Slide 16 - Slide

Het kunnen opstellen van een verschilformule.


Slide 17 - Slide

Schrijf de verschilformule A - B op.
A: hoogte = 30 - 2t
B: hoogte = 9 + 1,5t

Slide 18 - Open question

maak de verschilformule
spaarbedrag = 250 + 10t
spaarbedrag = 200 + 15t

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Paragraaf  3.1 

Som 1 - 3 - 4 - 5 - 9 -U1  en U2

Slide 20 - Slide