Inkoopwaarde van de omzet les 5

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

IWO =

de inkoopprijs van de door jou verkochte goederen

2.2 Inkoopkosten

Eerst even testen of jullie nog weten wat we gedaan hebben!

Een bedrijf moet de btw over de inkopen doorberekenen aan zijn klanten

1. waar
2. niet waar

Een bedrijf moet de ontvangen BTW over zijn verkopen afdragen aan de belastingdienst

1. waar
2. niet waar

Omzet - brutowinst = IWO

1. waar
2. niet waar

brutowinst - kosten = nettowinst

1. waar
2. niet waar

brutowinst + IWO = omzet

1. waar
2. niet waar

Wat betekend de IWO (inkoopwaarde vd omzet)

1. de voorraad in het magazijn
2. de inkoopprijs van de verkochte voorraad
3. inkoopprijs inclusief btw
4. de economische voorraad

van inclusief BTW naar exclusief 21% BTW:

bedrag incl. btw / 121 x 100

1. waar
2. niet waar

Het 21% btw-bedrag kun je als volgt berekenen:

bedrag incl. btw / 100 x 21

1. waar
2. niet waar

verkoopfactuurprijs

inkoopfactuurprijs

consumentenprijs

verkoopprijs

inkoopprijs

inkoopwaarde

inclusief btw

exclusief btw

Zelf maken 2.2 

opdracht 7 t/m 10

Opdracht 10

Verder met het berekenen van de de IWO

  omzet inclusief btw                               121%

- btw                                                              21%

  omzet exclusief btw                             100%

- inkoopprijs vd verkochte goederen   75%      

  brutowinst                                                 25%

invullen wat je al weet!!

Opgave 16 t/m 20

Samen een oefenopgave maken

a) afzet = omzet / prijs per stuk

a) afzet = omzet / prijs per stuk

               = 2500 / € 31,25

               = 80 stuks

b) IWO = afzet x inkoopprijs

               

b) IWO = afzet x inkoopprijs

              = 80 x € 15

              = € 1200 

               

Maken opdracht 11 t/m 15