Spreekwoorden en gezegden

Spreekwoorden &
gezegdes
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spreekwoorden &
gezegdes

Slide 1 - Slide

Lesdoel 


  • Je leert dat er verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen zijn in de Nederlandse taal.
  • Je leert de betekenis  van de verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen.
  • Je leert het verschil tussen figuurlijk en letterlijk.


Slide 2 - Slide

Spreekwoorden vs. gezegden 
Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin. Een gezegde bevat vaak geen wijsheid. In een gezegde staat ook geen werkwoord. Hierdoor is een gezegde geen zin, maar een zinsdeel.

Let op: je hebt maar 10 seconden per vraag!

Slide 3 - Slide


Naast zijn ______ lopen.
A
schoenen
B
vriendin
C
fiets
D
geweten

Slide 4 - Quiz


Oost West, thuis ___
A
rust
B
komen
C
best
D
West

Slide 5 - Quiz


Op een ___ bijten.
A
stokje
B
planke
C
steentje
D
houtje

Slide 6 - Quiz


Water naar de ___ dragen.
A
haven
B
zee
C
mensen
D
zandbak

Slide 7 - Quiz


Vele ___ maken licht werk.
A
poffertjes
B
voeten
C
handen
D
hoofden

Slide 8 - Quiz


Het ____ woord hebben.
A
mooiste
B
hardste
C
laagste
D
hoogste

Slide 9 - Quiz


Ieder huisje heeft zijn ___.
A
pluisje
B
kruisje
C
muisje
D
kluisje

Slide 10 - Quiz

De baard in de ___ hebben.
A
keel
B
kneep
C
krullers
D
hals

Slide 11 - Quiz

Van de hak op de ___springen.
A
prak
B
tak
C
kak
D
kat

Slide 12 - Quiz

___ in een dozijn.
A
Twaalf
B
Dertien
C
Veertien
D
Vijftien

Slide 13 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 14 - Slide

Zoek minimaal 3 spreekwoorden of gezegden.

Slide 15 - Slide

Welke heb je gevonden?

Slide 16 - Open question

Posteropdrachtje
Zoek zoveel mogelijk 
spreekwoorden en gezegdes.

Slide 17 - Slide

timer
5:00
0634099485‬

Slide 18 - Slide

Welke heb je gevonden?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Les  afgerond
  • Je weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk
  • Je weet dat er verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen zijn in de Nederlandse taal.
  • Je weet de betekenis van de verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen.


Slide 21 - Slide