HF 4.8 spelling
4.8 spelling (blz. 147)
Planning Les 1:
- Lesdoel: je kunt de werkwoordspelling correct toepassen, ook van Engelse werkwoorden.
- Terugblik + voorkennis activeren
- Instructie + maken opdracht 1 t/m 4.
- Afsluiting
1 / 35
next
Slide 1: Slide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 35 slides, with text slides and 4 videos.
Items in this lesson
4.8 spelling (blz. 147)
Planning Les 1:
- Lesdoel: je kunt de werkwoordspelling correct toepassen, ook van Engelse werkwoorden.
- Terugblik + voorkennis activeren
- Instructie + maken opdracht 1 t/m 4.
- Afsluiting
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Maak opdracht 1 (boek B, blz. 147) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)
Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent.
Slide 2 - Slide
Toetsen vorige periode
We bekijken de toets van periode 3. We bekijken de fouten m.b.t. werkwoordspelling.
Slide 3 - Slide
Instructie 1
Bijna geen fouten tijdens de vorige toets?
1. Iedereen kijkt de volgende dia (uitleg ww Engels).
2. Maak opdracht 2 t/m 4 .
3. Kies daarna uit de volgende opties: woordkaartjes of woordvierkanten maken of 'versterk jezelf' werkwoordspelling.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Instructie 2
Vind je werkwoordspelling lastig?
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Luister naar de docent en maak samen opdracht 2 t/m 4.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Afsluiting
Kun je de spellingsregels correct toepassen?
Huiswerk: opdracht 2 t/m 4 maken.
Vooruitblik: verder werken aan HF 4.8 spelling: bijvoeglijk naamwoorden correct schrijven.
Slide 8 - Slide
4.8 spelling/ Les 2
Planning:
- Lesdoel: je leert hoe je het bijvoeglijk naamwoord (zowel stoffelijk als bn.nw voltooid deelwoord) correct schrijft. - Huiswerk: opdracht 2 t/m 4 bespreken.
- Terugblik + voorkennis activeren.
- Instructie + maken opdracht 5 t/m 9.
- Afsluiting
Slide 9 - Slide
Voorkennis
- Wie weet wat een bijvoeglijk naamwoord is?
- Wie weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is?
- Wat is een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
Slide 10 - Slide
Theorie
In de volgende dia's volgt de theorie over de schrijfwijze van bijvoeglijk naamwoorden.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Lezen
We bekijken samen de theorie op blz. 150 & opdracht 5 t/m 9.
Slide 13 - Slide
Aan het (huis)werk
- Maak opdracht 5 t/m 9.
- Klaar? Kies uit de volgende opties: woordkaartjes/ woordvierkanten of woordtrainer maken/ oefenen of 'versterk jezelf' werkwoordspelling of steropdracht 8.
- Wie werkt er met de docent?
Slide 14 - Slide
Lesafsluiting
- Begrijp je de theorie m.b.t. het bijvoeglijk naamwoord?
- Huiswerk: opdracht 5 t/m 9 maken.
- Vooruitblik: Herhalingsles voor de toets.
Slide 15 - Slide
HF 4.5, 4.7 & 4.8/ Herhalingsles 1
Planning:
- Lesdoel: herhalen van grammatica.
- Terugblik vorige les.
- Huiswerk bespreken: opdracht 5, 6 & 7 (HF 4.8)
- Kies uit 2 mogelijkheden deze les.
- Afsluiting.
Slide 16 - Slide
Terugblik + huiswerk bespreken
Bespreek opdracht 5, 6 & 7 samen. Pas je antwoorden eventueel aan.
We bespreken klassikaal de antwoorden.
Slide 17 - Slide
Is alles duidelijk?
De docent bespreekt welke onderdelen er in de toets naar voren komen.
Alles je alles snapt, maak je een keuze uit de volgende mogelijkheden:
Slide 18 - Slide
Keuzeopdrachten
Kies uit:
1. Test jezelf HF 4.5, 4.7 & 4.8.
2. Woordtrainer online oefenen.
3. 'Versterk jezelf' kies uit: woordsoorten of werkwoordspelling.
Slide 19 - Slide
Herhaling grammatica 1
Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord op. (1 pt.)
a. koper: Dit is een ___ munt.
b. riet: Dit huis heeft een ___ dak.
c. wol: Dat is een ..... trui.
Schrijf het als bijvoeglijk naamwoord gebruikte voltooid deelwoord op.
a. ontdooien: Het ___ vlees is bedorven.
b. smelten: Het ___ ijs is nog steeds lekker.
Slide 20 - Slide
Herhaling grammatica 2
Kies in elke zin het juiste woord en schrijf dat op.
a. Dat is precies wat mij/mijn moeder ook altijd zegt.
b. Wat is dat voor een gedoe met jou/jouw fiets?
Kies in elke zin het juiste woord en schrijf dat op.
a. Het ene kind kan in krachtsport meer bereiken als/dan het andere kind.
b. Ook al traint dat andere kind evenveel als/dan dat eerste kind.
Slide 21 - Slide
Grammatica extra oefenen
Zelfstandig oefenen?
Keuze 1: Maak Test jezelf HF 4.7.
Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: woordsoorten
Slide 22 - Slide
Afsluiting
Wat ga je nog extra goed oefenen om je voor te bereiden op de toets?
Vooruitblik: Toets W/G/S.
Slide 23 - Slide
HF 4.5, 4.7 & 4.8/ Herhalingsles 2
Planning:
- Lesdoel: herhalen van spelling.
- Terugblik vorige les.
- Kies uit 2 mogelijkheden deze les.
- Afsluiting.
Slide 24 - Slide
Is alles duidelijk?
De docent bespreekt welke onderdelen er in de toets naar voren komen.
Alles je alles snapt, maak je een keuze uit de volgende mogelijkheden:
Slide 25 - Slide
Keuzeopdrachten
Kies uit:
1. Test jezelf HF 4.5, 4.7 & 4.8.
2. Woordtrainer online oefenen.
3. 'Versterk jezelf' kies uit: zinsontleding of werkwoordspelling.
Slide 26 - Slide
Herhaling spelling 1
Schrijf de juiste vorm op van het werkwoord tussen haakjes.
a. Mijn broer heeft vorige maand zijn motorrijbewijs (halen) ___.
b. Hij (ondervinden) ___ nu ook de risico’s op de weg.
c. Het is een keer (gebeuren) ___ dat een automobilist in de file plotseling zijn
deur opende.
Slide 27 - Slide
Herhaling spelling 2
Schrijf de juiste vorm op van het Engelse werkwoord tussen haakjes.
a. De hacker (deleten) ___ toen honderden bestanden.
b. Sindsdien (checken) ___ mijn vader alles dubbel, zodat dit niet nog eens
gebeurt.
Slide 28 - Slide
Spelling extra oefenen
Zelfstandig oefenen?
Keuze 1: Maak Test jezelf HF 4.8.
Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: werkwoordspelling.
Keuze 3: Zie filmpje met uitleg hieronder of de dia's.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Afsluiting
Wat ga je nog extra goed oefenen om je voor te bereiden op de toets?
Vooruitblik: Toets W/G/S.
