Atleten trainen op grote hoogte om beter te kunnen presteren. Wat is er veranderd in de bloedsamenstelling
A
Meer witte bloedcellen
B
Meer rode bloedcellen
C
Meer Bloedplaatjes
D
Meer bloedplasma
Slide 4 - Quiz
Welke twee typen bloedcellen zijn er?
A
Bloedplaatjes
B
Bloedplasma en water
C
Rode en Witte bloedcellen
D
Witte bloedcellen
Slide 5 - Quiz
Welke bloedcellen beschermen je lichaam tegen ziekteverwekkers?
A
Bloedplasma
B
Witte bloedcellen
C
Rode bloedcellen
D
Bloedplaatjes
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
De bloedsomloop
Dubbele bloedomloop:
- Kleine bloedsomloop >> Longen
- Grote bloedsomloop >> Lichaam
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen de klein en de grote bloedomloop?
Slide 9 - Open question
In de longen wordt kooldioxide voor verse zuurstof geruild. Daarna komt het bloed in de grote bloedomloop terecht. Waar gaat het bloed met zuurstof naartoe?
A
Van het hart naar de longen.
B
Naar het hart
C
Via de longen naar de luchtpijp en terug
D
Door het hele lijf.
Slide 10 - Quiz
24. Geeft de kleine bloedomloop zuurstof af aan de cellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Aan de slag!
Kan iedereen aan het werk?
Is Basisstof 1 af? begin dan aan 2!
Slide 12 - Slide
Paragraaf 3.4: uitscheiding
Leerdoelen
4.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 13 - Slide
Nieren
Ligging: buikholte, links en rechts van wervelkolom, vlak onder middenrif
Nierslagaders: vervoeren zuurstofrijk bloed naar nieren. Hierin zitten veel afvalstoffen uit andere organen.
Nieraders: vervoeren gezuiverd bloed weg uit de nieren.
Slide 14 - Slide
Werking nieren
De nierschors en het niermerg verwijderen afvalstoffen en overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen uit het bloed.
Alle verwijderde stoffen samen heten urine.
De urine wordt verzameld in de nierbekkens.
Slide 15 - Slide
Urineblaas
Vanuit de nierbekkens wordt de urine via de urineleiders vervoerd naar de urineblaas. Als de blaas vol zit wordt de urine via de urinebuis afgevoerd.