H2 lezen vervolg 2 1v

Als je binnenkomt....
- Laat je je telefoon in je tas zitten, je hebt 'm straks nodig;

- Maak je opdracht 4 oefening 1 t/m 3 op blz. 46 van je boek 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Als je binnenkomt....
- Laat je je telefoon in je tas zitten, je hebt 'm straks nodig;

- Maak je opdracht 4 oefening 1 t/m 3 op blz. 46 van je boek 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- oefenen voor de toets;
- opdracht 4 deelonderwerpen maken

Slide 2 - Slide

Onderwerpen quiz:

- deelonderwerp, kernzin, globaal lezen, zoekend lezen 

- woordraadstrategie synoniemen zoeken en 

- woordraadstrategiegeef omschrijving of definitie


Slide 3 - Slide

Uit welke 3 delen bestaat een tekst?

Slide 4 - Open question

Noem een deelonderwerp bij het onderwerp "voetbal"

Slide 5 - Open question

Wat is een kernzin?

Slide 6 - Open question

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste en laatste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 7 - Quiz

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste en laatste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 8 - Quiz

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste en laatste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 9 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 10 - Quiz

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 11 - Quiz

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 12 - Quiz

Wat is een definitie?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

woordraadstrategie:
omschrijving of definitie


Een onbekend woord in een tekst kun je soms begrijpen doordat er een omschrijving van dat woord bij staat. Zo'n omschrijving vind je ook in het woordenboek:
conservatorium = school waar je opgeleid wordt tot beroepsmusicus.

Een definitie is een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip. In leerboeken staan vaak definities:
parallellogram = een vierhoek met twee paren evenwijdige zijden.

Slide 15 - Slide

omschrijving van aanfluiting
A
jaloezie
B
zin om aan iets deel te nemen
C
afgang; iets wat schandalig slecht is
D
heel boeiend. mooi of spannend

Slide 16 - Quiz

omschrijving van animo
A
aanplakbiljet
B
creatief; kunstzinnig
C
vermakelijk; grappig
D
zin om aan iets deel te nemen

Slide 17 - Quiz

Ga nu lekker zelf aan de slag...
Ga verder met opdracht 4...

Slide 18 - Slide