7.2 AB Goniometrische verhoudingen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

leerdoelen

Aan het eind van de les:

• herken je wanneer je de tangens, sinus of cosinus moet toepassen 
• kan je een hoek berekenen met 1 van de goniometrische verhoudingen
• kan je een zijde in een rechthoekige driehoek berekenen met de goniometrische verhoudingen

Overstaande zijde van hoek A

Aanliggende zijde van hoek A

Schuinde zijde

Wat is de sinus van hoek E?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is de cosinus van hoek E?

1. 
2. 
3. 
4. 

1. sinus
2. cosinus
3. tangens

sin(22°)=​4​​QR​​

sin(22°)=​4​​QR​​

QR=sin(22°)⋅4≈1,50

1. sinus
2. cosinus
3. tangens

cos(25°)=​BC​​3​​

cos(25°)=​BC​​3​​

BC=​cos(25°)​​3​​≈3,31

Bereken de lengte van DE?

Rond af op één decimaal

Je weet hoek E en de Aanliggende zijde. Je wilt de Schuine zijde weten. Dus gebruik je het ezelsbruggetje CAS, dus de cosinus