M2 NE paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet welke vormen van reclame er zijn;
  2. je weet hoe reclame werkt;
  3. je weet op welke manieren je beïnvloed wordt door reclame;
  4. Je kent alle literaire begrippen van fictie en gedicht hst 1 t/m 4;
  5. je weet wat een boekverfilming is;
  6. je weet wat een filmscript is;
  7. je weet wat een beeldgedicht is;
  8. je kan een boek van Maren Stoffels deze week lenen.

Slide 2 - Slide

Week 10
M. Paragraaf 4.9 opdracht 4, 5 en 6
M. Paragraaf 5.1 opdracht 6
M. Paragraaf 5.2 opdracht 4
Boek van Maren Stoffels lenen en lezen

Slide 3 - Slide

Planning
  • Les 1: uitleg paragraaf 4.9 
  • les 2:  uitleg paragraaf 5.1 + 5.2 zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
  • Les 3:  Formatieve toets woordsoorten socrative + leesboek lezen 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat weet je al?

Slide 6 - Slide

Stel, je gaat een nieuw mobieltje kopen. Door wie of wat laat jij je leiden in je keuzes?

Slide 7 - Open question

Ik let heel erg op wat vloggers kopen, dragen en eten.
A
past heel erg bij mij
B
past helemaal niet bij mij
C
past een beetje bij mij

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Waarom wordt er reclame gemaakt?
A
Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten te kopen,.
B
Reclame wordt gemaakt om winst te maken.
C
Reclame wordt gemaakt om naamsbekendheid te krijgen
D
Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten of diensten te kopen, zodat bedrijven meer winst kunnen maken.

Slide 10 - Quiz

Heb je weleens sluikreclame voorbij zien komen?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Door welk soort reclame word jij vooral beïnvloed?
A
advertenties
B
reclamefilmpjes
C
sluikreclame

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Welke informatie in het filmpje verraste jou het meest?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Merk je sluikreclame ook op als je naar vlogs kijk?
A
ja
B
soms
C
nee

Slide 16 - Quiz

Er wordt te veel reclame gemaakt voor en door jongeren.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 17 - Quiz

Door alle sluikreclame kunnen jongeren niet meer zelf bepalen wat ze leuk vinden om te kopen
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 18 - Quiz

Het is belachelijk dat vloggers op deze manier geld verdienen.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 19 - Quiz

Het is goed mogelijk je te beschermen tegen reclames, zodat je er niet door beïnvloed wordt.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 20 - Quiz

Les 2: M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet welke vormen van reclame er zijn;
  2. je weet hoe reclame werkt;
  3. je weet op welke manieren je beïnvloed wordt door reclame;
  4. Je kent alle literaire begrippen van fictie en gedicht hst 1 t/m 4;
  5. je weet wat een boekverfilming is;
  6. je weet wat een filmscript is;
  7. je weet wat een beeldgedicht is;
  8. je kan een boek van Maren Stoffels deze week lenen.

Slide 22 - Slide

Week 10
M. Paragraaf 4.9 opdracht 4, 5 en 6
M. Paragraaf 5.1 opdracht 6
M. Paragraaf 5.2 opdracht 4
Boek van Maren Stoffels lenen

Slide 23 - Slide

Planning
  • Les 1: uitleg paragraaf 4.9 
  • les 2:  uitleg paragraaf 5.1 + 5.2 zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
  • Les 3:  Formatieve toets woordsoorten socrative + leesboek lezen 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat weet je al?

Slide 26 - Slide

Wat heb je
tot nu toe
over fictie geleerd?

Slide 27 - Mind map

Slide 28 - Slide

Waarom kan in een boekverfilming bijna nooit een heel boek worden naverteld?

Slide 29 - Open question

Waarom is een script belangrijk bij het maken van een boekverfilming?

Slide 30 - Open question

Waar sta je nu?
Woordsoorten hst 1 t/m 4

Ga naar: 
www.socrative.com
Room name:
KS17ZXPA

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link