V1C

1 / 14
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

De economie van het rijk:
  • landbouwstedelijke samenleving
  • meer dan duizend steden en stadjes in het rijk
  •  veel productie in landbouw en nijverheid (ambachten)
  • levendige handel binnen het rijk maar ook met gebieden daarbuiten.

Slide 5 - Slide

Welke middelen van bestaan waren er in het Romeinse rijk?

Slide 6 - Mind map

De economie in het rijk:
  • De economie profiteerde van de Pax Romana, de wegen en het Romeinse geld.
  • meeste mensen wonen op het platteland, boeren moesten de steden van voedsel voorzien. 

Slide 7 - Slide

Leerdoel 1: Hoe en waardoor bloeide de Romeinse economie?

Slide 8 - Open question

Rijkdom en armoede:
  • grote sociale verschillen
  • armoede het duidelijkst te zien in Rome (vanaf 1e eeuw v.Chr. 1 miljoen inwoners.
  • veel arm geworden boeren waren naar de stad getrokken en afgezakt tot het proletariaat
  • proletariaat: bevolkingsgroep van bezitloze armen. 

Slide 9 - Slide

Proletariaat:
  • bezaten alleen hun kinderen
  • minstens een kwart van de inwoners kon niet in zijn eigen levensonderhoud voorzien.
  • geen of weinig werk
  • armste inwoners wonen in lemen hutjes
  • mensen die het iets beter hadden in een flatgebouw 

Slide 10 - Slide

Rijke Romeinen:
  • grondbezit belangrijkste bron van welvaart.
  • rijke families lieten hun landbouwgronden bewerken door boeren, die een deel van de oogst moesten afstaan.
  • andere rijke families hadden grote landbouwbedrijven waarop slaven werkten. 

Slide 11 - Slide

Kijkopdracht:
Noteer in je schrift of in Notities de verschillende lagen uit de romeinse samenleving. Maak in je schrift een piramide met 5 lagen.

Slide 12 - Slide

1
2
3
4
5
Slaven
gewone Romeinen
aanzienlijke families
proletariaat
Rijke handelaren

Slide 13 - Drag question

Aan de slag:
  • Lees en maak van paragraaf 4.2 tot het kopje: brood en spelen
  • Werk het 2e leerdoel van de paragraaf uit: 2. Welke sociale verschillen waren er in het rijk?
  • Klaar? werk aan je begrippen opdracht.

Slide 14 - Slide