Er zijn verschillende economische theorieën omtrent mededingingsbeleid, waaronder de structuren-conduct-performance-paradigma van de Harvard-school. Wat houdt deze theorie in?
A
gedrag bepaald structuur van de markt
B
structuur bepaald het gedrag van de onderneming
C
Zowel gedrag als structuur bepalen gelijktijdig de markt
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
rechtenWOStudiejaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Er zijn verschillende economische theorieën omtrent mededingingsbeleid, waaronder de structuren-conduct-performance-paradigma van de Harvard-school. Wat houdt deze theorie in?
A
gedrag bepaald structuur van de markt
B
structuur bepaald het gedrag van de onderneming
C
Zowel gedrag als structuur bepalen gelijktijdig de markt
Slide 1 - Quiz
Dan had je ook de nieuwe theorie van de industriële organisatie. Wat is dat dan?
A
nadruk op strategisch gedrag ondernemingen
B
analyse door speltheorie
C
structuur van de markt bepaald het gedrag van onderneming
Slide 2 - Quiz
en de Chicago-school?
A
nadruk op de regels, wat verboden is is verboden ondanks effect
B
nadruk op de structuur van de markt
C
nadruk op strategisch gedrag
D
nadruk op efficiëntie en rule of reasons, kijken naar het effect
Slide 3 - Quiz
en de laatste de Orde-liberals
A
structuur van de markt is leidend
B
nadruk op de regels, wat de regels zeggen is het doel.
C
mededinging is het doel op zichzelf , los van welvaart
D
rule of reasons, het effect is leidend
Slide 4 - Quiz
welke uitspraak is onjuist over kartels?
A
kartels zijn in principe altijd verboden
B
Kartel afspraken zijn op curacao niet verboden als het marktaandeel van de ondernemingen binnen de kartel kleiner is dan 50%
C
quotering of productiekartels maken afspraken over hoeveelheid
D
prijskartel maakt afspraken over de prijzen
Slide 5 - Quiz
is de volgende stelling juist of onjuist? mededingingsregelingen tussen producent en distributeur (verticaal) zijn in principe verboden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
waarvoor wordt de SNNIP-test voor gebruikt?
A
marktafbakening
B
is er sprake van kartelafspraken
C
is er sprake van verticale mededingingsregelingen
D
heeft iemand een aanzienlijk marktaandeel
Slide 7 - Quiz
Als men van te voren verwachte problemen wil ondervangen is dit...
A
Ex-ante toezicht
B
Ex-post toezicht
Slide 8 - Quiz
Wat kansen dominante onderneming doen (misbruik van machtspositie)
Slide 9 - Open question
Waar gaat de benadering van Piqou over?
A
activiteiten met negatieve externe effecten belasten
B
activiteiten met positieve externe activiteiten subsidiëren
C
activiteiten niet belasten
D
activiteiten ten alle tijden belasten welke effecten ze ook hebben
Slide 10 - Quiz
wat is het nadeel van piqou?
A
moeilijk om het causaal verband te bepalen tussen handelen en extern effect
B
overheidshandelen is nooit met als doel het rechtzetten van negatieve externe effecten
C
belasting is nooit eerlijk
Slide 11 - Quiz
wat is de stelling van Coase?
Slide 12 - Open question
het raamwerk van calabresi en melamed bestaat uit drie soorten beschermingen van rechten. welke hoort er niet bij?
A
property rules
B
reason rules
C
liability rules
D
inalienability
Slide 13 - Quiz
wat is asymmetrische informatie?
A
ene partij beter geïnformeerd dan andere partij bij sluiten contract
B
octrooirecht, de een heeft recht op de informatie de ander niet
C
het verkrijgen van informatie op een onrechtmatige manier
Slide 14 - Quiz
geef een voorbeeld van het lemon's probleem
Slide 15 - Open question
wat is het economische doel van aansprakelijkheid via onrechtmatige daad?
A
schadevergoeding
B
preventie
Slide 16 - Quiz
waarbij kan je de Learned hand-formule inzetten?
A
bilaterale situatie
B
overheidsingrijpen via bestuursrecht
C
unilaterale situatie
D
strafrecht
Slide 17 - Quiz
Wat is de Learned hand formule?
A
B>PxL
B
B<PxL
C
P> LxB
D
B=PxL
Slide 18 - Quiz
in het geval van een bilaterale ongevalssituatie met schuldaansprakelijkheid gebeurt het volgende?
A
dader zal optimale zorg betrachten , slachtoffer draagt eigen schade en zal voorzorgsmaatregelen nemen
B
dader zal de schade dragen en dus voorzorgsmaatregelen nemen en slachtoffer zal dus geen voorzorgsmaatregelen nemen
C
slachtoffer en dader zullen beide de schade dragen en geen voorzorgsmaatregelen nemen
D
slachtoffer en dader zullen beide de schade dragen en beide voorzorgsmaatregelen nemen
Slide 19 - Quiz
wanneer kan regulering via bestuursrecht goed werken?
A
bij verspreide schade, veel individuen met kleine schade
B
een lage veroordelingskans
C
schade geleden door toekomstige generaties
D
situaties waarin regelgever over betere info beschikt
Slide 20 - Quiz
het strafrecht en de regulering daardoor is uitgelegd door meneer Becker. Hij noemde vierfactoren die van belang zijn bij de afweging om strafrecht te gebruiken. Noem deze vier.