rekenen

Hoe rond je het volgende getal op een heel getal af?
30.316,5
A
30.316
B
30.317
C
30.315
D
30.320
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
WiskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Hoe rond je het volgende getal op een heel getal af?
30.316,5
A
30.316
B
30.317
C
30.315
D
30.320

Slide 1 - Quiz

Hoe rond je het volgende getal af op tienduizendtallen:
939.868
A
920.000
B
930.000
C
939.000
D
940.000

Slide 2 - Quiz

Hoe rond je het volgende getal af op tienduizendtallen:
259.895
A
250.000
B
259.000
C
260.000
D
258.000

Slide 3 - Quiz

33/100 hoeveel procent is dat?
A
33
B
67
C
13
D
66

Slide 4 - Quiz

wat is meer
A
40%
B
1/2

Slide 5 - Quiz

Het antwoord op:
1/4 + 1/8 =
A
2/8
B
3/16
C
3/4
D
3/8

Slide 6 - Quiz

wat is meer
A
3/4
B
80%

Slide 7 - Quiz

24,8 % is ongeveer:
A
7/10
B
3/10
C
1/4
D
1/2

Slide 8 - Quiz

2 x ( 8 + 3 ) =
A
19
B
22

Slide 9 - Quiz

1 op de 5 munten is beschadigd.
Hoeveel % is nog gaaf?
A
60%
B
80%
C
50%
D
90%

Slide 10 - Quiz

Welke bloem is
het minst
verkocht?
A
anemonen
B
hyacinten
C
chrysanten
D
kerststerren

Slide 11 - Quiz


Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 dm²
B
32 cm²
C
2,7 dm²
D
16 cm

Slide 12 - Quiz

8 x 3 + 9 =
A
11
B
33
C
20
D
96

Slide 13 - Quiz

23.000 dm = ....km
A
0,23
B
2,3
C
23
D
230

Slide 14 - Quiz

55m = ....hm
A
0,55
B
5,50
C
550
D
5500

Slide 15 - Quiz

0,04 km2 = ....m2
A
40
B
400
C
4.000
D
40.000

Slide 16 - Quiz

Welke breuk hoort bij 12,5 %
A
1/6
B
1/5
C
1/4
D
1/8

Slide 17 - Quiz

40%
A
1/5
B
4/100
C
1/4
D
2/5

Slide 18 - Quiz

Welk deel van deze vlag is wit?
A
3/1
B
1/4
C
1/3
D
30 %

Slide 19 - Quiz

1 miljard =
A
1 000 000
B
10 000 000
C
100 000 000
D
1 000 000 000

Slide 20 - Quiz

1 km = .......mm
A
1 000
B
10 000
C
100 000
D
1 000 000

Slide 21 - Quiz

6 - 5
A
1
B
11
C
1,1,1
D
4!!!!!!!!

Slide 22 - Quiz

Welk deel hoort bij het blauwe gedeelte?
A
1/6
B
1/2
C
2/3
D
1/3

Slide 23 - Quiz

1 liter is gelijk aan
A
1 m3
B
1000 cm3
C
10 dm3
D
1 cL

Slide 24 - Quiz

1 duizend =
A
100
B
1 000
C
10 000
D
100 000

Slide 25 - Quiz

1 vierkante centimeter is ...
A
1 cm²
B
1 m
C
vierkant van 1 cm bij cm
D
vlakte

Slide 26 - Quiz

1 km = ..... m
A
10m
B
100m
C
1000m
D
100 + 901

Slide 27 - Quiz

Nu twee vragen voor de Meester
A

Slide 28 - Quiz

a^2 + 1 > 0
A
a > -1
B
geen oplossing
C
alle waarden van a
D
iets wat zelf de meester niet weet

Slide 29 - Quiz

Als k=-3 invul wat komt er dan uit
(k+2)
A
1
B
kan niet
C
5
D
iets wat zelfs de meester niet weet

Slide 30 - Quiz

dit is het einde van de les

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video