Informatie over personen - basiswoordenschat

Information about people - basiswoordenschat
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Information about people - basiswoordenschat

Slide 1 - Slide

Which word does
NOT belong?
A
granddaughter
B
grandchild
C
grandmother
D
grandparents

Slide 2 - Quiz

Which word does
NOT belong?
A
madam
B
uncle
C
lady
D
woman

Slide 3 - Quiz

Which word does
NOT belong?
A
gentleman
B
sir
C
husband
D
niece

Slide 4 - Quiz

Write the ENGLISH word.
Iemand die uit Nederland komt, spreekt ...........

Slide 5 - Open question

Write the ENGLISH word.
Iemand die uit Duitsland komt, spreekt ...........

Slide 6 - Open question

Write the ENGLISH word.
Iemand die uit Frankrijk komt, spreekt ...........

Slide 7 - Open question

Write the ENGLISH word.
Iemand die uit Ierland komt, spreekt ...........

Slide 8 - Open question

to behave
to exist
to believe
behaviour
to dare
belief
gedrag
geloof
durven
zich gedragen
geloven
bestaan

Slide 9 - Drag question

manners
confidence
attitude
personality
conduct
habit
houding, instelling
gedrag
manieren, gedrag
gewoonte
zelfvertrouwen
persoonlijkheid

Slide 10 - Drag question

proud
clever
brave
wise
curious
nieuwsgierig, benieuwd
trots
verstandig
slim, handig
moedig

Slide 11 - Drag question

not fair
rude
impatient
unreasonable
crazy
oneerlijk
onredelijk
gek
onbeleefd, ruw
ongeduldig

Slide 12 - Drag question

kind
sensitive
fair
shy
patient
eerlijk, redelijk
gevoelig
geduldig
verlegen
aardig, lief

Slide 13 - Drag question

Translate the underlined word.

My mother is pregnant so I am going to be a sister soon.

Slide 14 - Open question

Translate the underlined word.

Your aunts, cousins and grandparents are your relatives.

Slide 15 - Open question

Translate the underlined word.

The glass fell, but it wasn't my fault.

Slide 16 - Open question

Translate the underlined word.

How many foreign languages do you speak?

Slide 17 - Open question

cousin
A
kind van mijn tante
B
kind van mijn broer
C
kind van mijn zus
D
kind van mijn dochter

Slide 18 - Quiz

nephew
A
kind van mijn tante
B
zoon van mijn broer/zus
C
dochter van mijn broer/zus
D
kind van mijn zoon

Slide 19 - Quiz

niece
A
kind van mijn tante
B
zoon van mijn broer/zus
C
dochter van mijn broer/zus
D
kind van mijn zoon

Slide 20 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
A
bright
B
attractive
C
gorgeous
D
pretty

Slide 21 - Quiz

Welk woord past niet
bij het plaatje?
A
mean
B
ugly
C
slim
D
mad

Slide 22 - Quiz

You are finished!      Don't forget to click on 'inleveren'.

Slide 23 - Slide