4 Havo Marktvormen en marktfalen par. 2.3 lesweek 7 15 februari 2021

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Yippie schaatspret!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Leerdoelen par. 2.3
Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door accijnzen.
Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door subsidies.
Je kunt uitleggen waarom de overheid octrooien toestaat.
Je hebt paragraaf 2.3 goed begrepen.

Slide 9 - Slide

Afkortingen
GTK
MO
MK
GO

Slide 10 - Slide

maximale omzet?
  • Wanneer is TO maximaal?
  • MO = 0
  • Maak je dan ook winst?
  • Als GTK < GO wel!

Slide 11 - Slide

Helaas afgelast! 

Slide 12 - Slide

de vraagfunctie van goed R luidt: qv = -25p + 400
de aanbodfunctie van goed R luidt: qa = 50p - 200
(q = aantal producten x 1 mln
p = prijs per product in euro's)
De overheid verstrekt een garantieprijs van 10 euro per product.
Is de grantieprijs een minimum of maximum prijs?

A
een minimumprijs want deze is hoger dan de marktpijs
B
een minimumprijs want deze is lager dan de marktprijs
C
een maximumprijs want deze is lager dan de marktprijs
D
een maximumprijs want deze is hoger dan de marktprijs

Slide 13 - Quiz

de vraagfunctie van goed R luidt: qv = -25p + 400
de aanbodfunctie van goed R luidt: qa = 50p - 200
(q = aantal producten in miljoenen
p = prijs per product in euro's)
De overheid verstrekt een garantieprijs van 10 euro per product
Hoe groot is het overschot of tekort?
A
er ontstaat een vraagoverschot van 150.000.000 euro
B
er ontstaat een aanbodoverschot van 150.000.000 euro
C
er ontstaat een vraagtekort van 150 euro
D
er ontstaat een aanbodtekort van 150 euro

Slide 14 - Quiz


A
P m is een minimumprijs want de consumenten worden er door beschermd
B
P m is een maximumprijs want de consumenten worden er door beschermd
C
P m is een maximumprijs want de producenten worden er door beschermd
D
P m is een minimumprijs want de producenten worden er door beschermd

Slide 15 - Quiz

als de prijs in euro's luidt dan is het consumentensurplus in euro's:
A
6.000
B
2.000
C
12.000
D
4.000

Slide 16 - Quiz

als de prijs in euro's luidt dan is het producentensurplus in euro's:
A
12.000
B
6.000
C
4.000
D
2.000

Slide 17 - Quiz

De overheid neemt maatregelen om negatieve externe effecten terug te dringen door ..
A
Het verhogen van accijnzen
B
Het verhogen van de hondenbelasting
C
Het verlagen van de overheidsuitgaven
D
Het verlagen van de schulden

Slide 18 - Quiz

Als de overheid een subsidie geeft aan een bedrijf kan het bedrijf..
A
De consumentenprijs verhogen
B
De consumentenprijs gelijk houden
C
De consumentenprijs verlagen
D
De concurrentiepositie verslechteren

Slide 19 - Quiz

par. 2.3 De overheid bemoeizuchtig?

Slide 20 - Slide

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 21 - Slide

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • Wil je iets afremmen? -> accijns 


Slide 22 - Slide

Wat zijn collectieve goederen? 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

de lijn Qa, op deze markt, laat zien
A
dat de overheid de accijns op het product heeft verhoogd
B
dat de overheid de accijns op het verhandelde product heeft verlaagd
C
dat de overheid een prijsverlagende subsidie heeft verstrekt
D
dat de overheid de accijns op het verhandelde product heeft verhoogd

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide