vendredi le 23 mai

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

-boeken op tafel en tas op de grond

-telefoon in je tas?

-jas aan de kapstok?

Plan du cours

- bezittelijke voornaamwoorden

- aanwijzend voornaamwoorden

- opdrachten maken

-diagnostische toets

De bezittelijke voornaamwoorden!

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) frère

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

______________(mijn) amies

1. mes
2. mon
3. ma
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

____________(haar) bottes

1. son
2. sa
3. ses
4. leurs

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) soeur

1. sa
2. ton
3. son
4. ta

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) livres

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles

1. leur
2. leurs
3. sa
4. ces

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère

1. nos
2. votre
3. notre
4. ta

Het aanwijzend voornaamwoord

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	ce	ces
mannelijk met stomme h of klinker	cet	ces
vrouwelijk	cette	ces

Een aanwijzend voornaamwoord is..:

1. mon/ma/mes
2. le/la/les
3. ce/cet/cette/ces
4. un/une/des

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ manteau (m)

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

Het aanwijzend voornaamwoord
_____ anniversaire (m)

1. cet
2. cette
3. ce
4. ces

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ monsieur (m)

1. cet
2. cette
3. ces
4. ce

Het aanwijzend voornaamwoord

__ modèles (mv)

1. ce modèles
2. cet modèles
3. cette modèles
4. ces modèles

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ pull (m)

1. cet
2. cette
3. ces
4. ce

Aanwijzend voornaamwoord
_____ robe (v)

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ homme (m)

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

Au travail!

Maken: 16f-16g-16h p.126-127

Maken: online diagnostische toets.

leren: alle apprendre