2.4 schrijven en formuleren

Lesdoelen
Doel van de les 2.4 schrijven: 
Je kunt een formulier correct invullen
Je kunt het woordgebruik aan het publiek aanpassen


1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
Doel van de les 2.4 schrijven: 
Je kunt een formulier correct invullen
Je kunt het woordgebruik aan het publiek aanpassen


Slide 1 - Slide

2.4 schrijven+formuleren
Deze les gaat over het invullen van formulieren. 

De les bestaat uit 3 delen:
  • Terugblik zakelijke email 
  • Allereerst de Lessonuples (uitleg)
  • opdrachten maken 2

Slide 2 - Slide

Hoe zie je dat het een formulier is?
Wat moet je allemaal invullen bij een formulier?

Slide 3 - Slide

Dhr./Mevr.
Dhr = de heer           mevr. = mevrouw

Slide 4 - Slide

adres

Slide 5 - Slide

postcode

Slide 6 - Slide

plaats

Slide 7 - Slide

Opdrachten H.2.4 Schrijven
Maak de gele dia en schrijf het antwoord in je schrift

Maak opdracht 1 t/m 5
Klaar: Lezen

Slide 8 - Slide

Wat vul je in? 
Op een formulier moet je altijd je naam invullen. Dit lijkt makkelijk. Toch is dit best moeilijk. Want welke naam moet je invullen? Neem dit over in je schrift en vul aan.

Staat er:
  • Naam en voornaam = 
  • Roepnaam =
  • Naam en voorletters =
  • Naam =




Slide 9 - Slide

Welkom
Wie ziet de fout in de tekst?


Slide 10 - Slide

2.4 Schrijven
Zakelijke e-mail
Wie weet de afspraken nog?
Bekijk de foto hiernaast.


Slide 11 - Slide