Slimme Doelen Stellen in de Zorg

Les 4 Methodisch werken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 4 Methodisch werken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Observeren
Opdracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verpleegproblemen
1. Actuele 
2. Potentiële 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slimme Doelen Stellen in de Zorg

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kunnen de studenten het belang van SMART-doelen in de zorg uitleggen en zelfstandig een doel formuleren volgens het SMART-principe.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het SMART formuleren van doelen in de zorg?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wat zijn SMART-doelen?
SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Het helpt bij het stellen van duidelijke en haalbare doelen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Specifiek
Een specifiek doel is duidelijk en concreet. Het beantwoordt de vragen wie, wat, waar, wanneer en waarom.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Meetbaar
Een doel moet meetbare criteria hebben om de voortgang te kunnen evalueren. Het antwoordt op de vraag: hoe weten we wanneer het doel is bereikt?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Acceptabel
Een doel moet acceptabel zijn voor alle betrokken partijen, inclusief de zorgvrager, familie en zorgverleners.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Realistisch
Een doel moet haalbaar zijn binnen de capaciteiten en middelen van de zorgvrager, rekening houdend met de omstandigheden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tijdgebonden
Een doel moet een duidelijke tijdslimiet hebben voor wanneer het bereikt moet worden. Dit helpt bij het plannen en evalueren van de voortgang.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van SMART-doelen
Geef voorbeelden van doelen in de zorg die voldoen aan alle aspecten van het SMART-principe.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Formuleer in je groepje 4 doelen voor verschillende zorgscenario's volgens het SMART-principe.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

SBARR
Wie weet wat we hiermee bedoelen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.