Leestoets blok 1

• NT2
• ISK

Leestoets blok 1

1. advertentie
2. aankondiging
3. instructie
4. rooster

1. advertentie
2. aankondiging
3. instructie
4. voorschrift

1. spelregels
2. aankondiging
3. instructie
4. advertentie

1. rooster
2. aankondiging
3. instructie
4. advertentie

1. spelregels
2. aankondiging
3. voorschrift
4. advertentie

1. spelregels
2. aankondiging
3. instructie
4. voorschrift

7. Bekijk de tekst. De titel, de inleiding en de kopjes zijn

1. cursief gedrukt
2. vet gedrukt
3. niet cursief gedrukt en niet vet gedrukt

8. Waar lees je wat het onderwerp van de tekst is?

1. in de titel en de inleiding
2. in de derde alinea en het kopje van de derde alinea
3. onder de tekst

9. Welk kopje staat boven de derde alinea?

1. Sport als beroep
2. Wanneer ben je een topsporter?
3. Wat is de kans dat ik de top haal?

10. Bekijk de bronvermelding. Uit wat voor bron komt de tekst?

1. uit een boek
2. uit een krant
3. van een website

11. Wanneer ben je een profsporter (r.7)?

1. als je aan topsport doet
2. als je iedere dag van de week voetbalt
3. als je je geld verdient met sport

12. Waarom zijn er bijna 600 betaalde voetballers in Nederland (r.10)?

1. Elke profclub betaalt minstens 16 voetballers.
2. Er zijn 600 topsporters in het Nederlandse voetbal.
3. Met voetballen verdien je veel geld.

13. Lees de alinea onder ‘Wanneer ben je een topsporter?’
Geef een voorbeeld van een topsportprogramma.

1. HP
2. NOC*NCF
3. WK

14. In welke sport verdien je het best, als je in Nederland woont?

15. Welke sporter ter wereld houdt volgens de tekst het meeste geld over aan zijn werk?

16. In welke regel staat het antwoord op de vraag in het kopje van deze alinea?

1. in r.30
2. in r.31
3. in r.32

17. Waarom ‘is school belangrijk’? (r.31-32)

1. Bij een sportschool kun je werken.
2. De kans om topsporter te worden is klein.
3. Misschien lukt het je wel om topsporter te worden.

18. De cijfers 1-9 in de linkerkolom zijn

1. lokalen
2. uren

19. De vetgedrukte afkortingen in het rooster zijn

1. de docenten van Bob
2. de vakken van Bob

20. De letters met getallen (bv. L113) in het rooster zijn

1. de lokalen van Bob
2. de vakken van Bob

21. Eén van de vakken van Bob is wiskunde A.

1. waar
2. niet waar

22. De laatste les op donderdag is in lokaal

1. L136
2. L235

23. Wanneer heeft Bob les van mevrouw Thomassen?

1. op maandag en dinsdag
2. op dinsdag en donderdag

24. Welk vak geeft meneer Hoogerduijn?

1. natuurkunde
2. wiskunde

25. Bob heeft vrij op

1. woensdagmiddag
2. vrijdagmiddag