Speaking

Speaking lesson
Doel: werken aan uitspraak en inzicht krijgen van je inhoud binnen deze vaardigheid. Plus woordenboek training.

Nodig: timer, pen & papier, woordenboek NE-EN
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Speaking lesson
Doel: werken aan uitspraak en inzicht krijgen van je inhoud binnen deze vaardigheid. Plus woordenboek training.

Nodig: timer, pen & papier, woordenboek NE-EN

Slide 1 - Slide

Warming up: tricky tongue twister
Probeer de volgende zin zo goed mogelijk uit te spreken. Klik daarna op het audio icoontje om mijn poging te horen. 

Betty bought a bit of butter but the bit of butter Betty bought was bitter so Betty bought a better bit of butter and the batter was better

Tongue twister

Slide 2 - Slide

Pronunciation (British English)
Nouns: teacher, birthday, school, work, education, church, hour, car 
Adjectives: bad, smart, happy, glad, flexible 
verbs: played, worked, listened, taught, enjoy
days of the week: Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday, Sunday

Click for explanation and pronunciation

Slide 3 - Slide

Practice, practice, practice
Belangrijke elementen van een examen spreken/gesprekken voeren zijn: vloeiendheid, uitspraak, inhoud, grammar. 
Je kan je zelf trainen om hier aan te voldoen. Je moet vaak oefenen en jezelf blijven uitdagen.  
Op de volgende dia's kan je zien wat we van studenten verwachten die op A2 niveau moeten afstuderen. 
Uitleg Speaking

Slide 4 - Slide

Waar moet je aan voldoen?  
Spreken: Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.


Uitleg speaking criteria

Slide 5 - Slide

Gesprekken voeren: Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik  gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.

Slide 6 - Slide

Assignment
Je gaat het spreken oefenen. Op de volgende dia's staan onderwerpen die je kunnen helpen om het spreken van 6 minuten te volbrengen. Time jezelf ook!  Als je tijd nodig hebt om na te denken over een woord of zin, val dan niet naar het Nederlands maar gebruik  het volgende: hold on/wait a minute/ can you give me a second.

Schrijf woorden die je niet weet op en voer ze in na elke dia. Let op, zoek de betekenis ook op.
Als je bijvoorbeeld wil vertellen dat je in een rijtjeshuis woont maar je weet het woord niet:
1. Opschrijven
2. Vertaling opzoeken
3. Lijst van woorden invoeren bij de open vraag.


Slide 7 - Slide

Introduction
Je begint met jezelf te introduceren. Noem dan altijd eerst je naam, leeftijd, waar je vandaan komt enz. Je beschrijft je gezin in het kort. Bedenk zelf welke informatie je wil delen of wat je familie wil dat jij deelt. Misschien wil je ook iets vertellen over huisdieren die jij hebt.
Vervolgens beschrijf je twee vrienden, beschrijf hun uiterlijk en vertel waarom zij jouw vrienden zijn. Geef ook aan waarom vriendschap voor jou belangrijk is.

Slide 8 - Slide

Welke woorden miste je nog in je vocabulary? (denk aan de vertaling)

Slide 9 - Open question

Home 
Je vertelt iets over je woonplaats. Zijn er veel winkels, supermarkten, restaurants? Wat is er allemaal te doen? Mis je nog iets, wat zou je willen toevoegen aan je woonplaats. En waarom is dit een fijne woonplaats?

Vertel over je huis. 

Slide 10 - Slide

Welke woorden miste je nog in je vocabulary? (denk aan de vertaling)

Slide 11 - Open question

Education
Je volgt je opleiding op het Graafschap college. Vertel over de school en het gebouw. Vertel vooral over de opleiding, wat zijn je verwachtingen, doelen en ervaringen tot dusver. 

Slide 12 - Slide

Welke woorden miste je nog in je vocabulary? (denk aan de vertaling)

Slide 13 - Open question

Internship
Vertel over een bijzonder, speciaal of grappige gebeurtenis die op stage is gebeurd en wat je is bijgebleven. 

Slide 14 - Slide

Welke woorden miste je nog in je vocabulary? (denk aan de vertaling)

Slide 15 - Open question

I succeeded in talking English for six minutes in total.
Yes, I sure did!
Not yet, but I was close
Sadly no, speaking is difficult

Slide 16 - Poll

What did we do and what's next?
Today we've practised our speaking and worked on our vocabulary. Our homework is to do the TOA test exam. This is due on 13th April. Put it in your calendar. 

Now open the website by clicking on the link on the next slide. Practise with words who come in handy during your exam. 
Uitleg Nederlands

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link