Leereenheid 02 Organisatie van een evenement

Leereenheid 02
Organiseren van een evenenement
Leerjaar 1 S&O
Docent: Ronald Veldhoen


1 / 31
next
Slide 1: Slide
Sport en bewegenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leereenheid 02
Organiseren van een evenenement
Leerjaar 1 S&O
Docent: Ronald Veldhoen


Slide 1 - Slide

Evenement

Slide 2 - Slide

Welke uitspraak over evenementen is NIET juist?
A
Elke sport- en bewegingsleider moet in staat zijn om een evenement te organiseren.
B
Het organiseren van een evenement heeft duidelijk een andere opbouw dan het organiseren van een nevenactiviteit.
C
Grote evenementen mikken op veel publiciteit.
D
Het merendeel van grote evenementen kent vaak een maximaal aantal deelnemers.

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak over een sportief evenement is waar?
A
Een sportief evenement komt eenmalig of elk jaar terug.
B
Een sportief evenement komt elke maand terug.
C
Een sportief evenement heeft geen bijzondere aanleiding.
D
Een sportief evenement is principe zonder publiek: alleen deelnemers.

Slide 4 - Quiz

Klein- & grootschalige evenementen

Slide 5 - Slide

Wat is een goed voorbeeld van een kleinschalig evenement?
A
De Olympische Spelen
B
De Vierdaagse
C
De familiezeskamp op de camping
D
De nationale voetbalcompetitie

Slide 6 - Quiz

Welk van onderstaande kenmerken hoort bij een groot evenement?
A
Er zijn meerdere organisaties bij betrokken.
B
De voorbereiding kent een beperkte tijd.
C
Het richt zich tot hoogstens 100 deelnemers.
D
Subsidies en sponsors zijn niet of beperkt van belang.

Slide 7 - Quiz

Welk van onderstaande kenmerken hoort bij een klein evenement?
A
Het kent een organisatiecomité.
B
Het kent een voorbereiding door 1 tot 3 sportleiders.
C
Men begroot vooraf op haalbaarheid.
D
Het duurt minimaal één dag tot enkele weken.

Slide 8 - Quiz

Vijf aanleidingen evenementen
Traditie
Bijzondere gebeurtenis
Promotie
Goede doel 
Commercieel doel

Slide 9 - Slide

Welke reden ligt voor de hand als een sportcentrum een open dag organiseert?
A
Traditie
B
Bijzondere gebeurtenis
C
Promotie
D
Het goede doel

Slide 10 - Quiz

Welke reden ligt voor de hand als een evenementenbureau specifiek personeelsfeesten voor bedrijven organiseert?
A
Traditie
B
Bijzondere gebeurtenis
C
Commercieel doel
D
Promotie

Slide 11 - Quiz

Zet de fases in goede volgorde voor het organiseren van een evenement.
Voorbereidingsfase
Nazorg
Initiatieffase
Uitvoeringsfase
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4

Slide 12 - Drag question

In welke fase hoort het opstellen van een dagdraaiboek?
A
Initiatieffase
B
Voorbereidingsfase
C
Uitvoeringsfase
D
Nazorg

Slide 13 - Quiz

Stappen in de voorbereidingsfase:
- Uitvoeren werkzaamheden voorbereidend draaiboek
- Opstellen dagdraaboek
- Plannen en uitwerken van de onderdelen van het dagdraaiboek

Slide 14 - Slide

Welke van de volgende werkzaamheden is onderdeel van de initiatieffase?
A
Vaststellen doelgroep en doel
B
Opstellen dagdraaiboek
C
Controleren van de voortgang
D
Afhandelen financiën

Slide 15 - Quiz

Voor het vaststellen van de doelgroep heb je informatie nodig over allerlei aspecten, onder andere over de motorische aspecten van de doelgroep. Wat bedoelen we hiermee?
A
De bewegingsvaardig-heden van de doelgroep.
B
De concentratie van de doelgroep.
C
De behoeften van de doelgroep.
D
De motieven van sportdeelname van de doelgroep.

Slide 16 - Quiz

Het organiseren van een evenement verloopt in vier fasen. In welke fase hoort het samenstellen van een projectgroep thuis?
A
Initiatieffase
B
Voorbereidingsfase
C
Uitvoeringsfase
D
Nazorg

Slide 17 - Quiz

Welke 5 stappen doorloop je in de initiatieffase?
 Stap 1. Aanleiding formuleren
 Stap 2. Projectgroep samenstellen
 Stap 3. Doelgroep en doel vaststellen
 Stap 4. Globaal beeld van het evenement vormen
 Stap 5. Voorbereidend draaiboek opstellen

Slide 18 - Slide

Welke van de volgende werkzaamheden is onderdeel van de nazorg?
A
Aanleiding formuleren
B
Werkzaamheden draaiboek uitvoeren
C
Uitvoeren van eventuele aanpassingen
D
Verzorgen van (na) publiciteit

Slide 19 - Quiz

Het organiseren van een evenement verloopt in vier fasen. In welke fase hoort het bedanken van personen?
A
Initiatieffase
B
Voorbereidingsfase
C
Uitvoeringsfase
D
Nazorg

Slide 20 - Quiz

Welk aandachtspunt bij de evaluatie wordt bedoeld, waarbij je terugkijkt op de voorbereiding en het verloop van het evenement?
A
Procesevaluatie
B
Productevaluatie
C
Wijze van evaluatie
D
Evaluatieverslag

Slide 21 - Quiz

In een aantal gevallen vraagt de opdrachtgever om een evaluatie van het evenement. Welk aandachtspunt bij de evaluatie wordt bedoeld, waarbij je terugkijkt op het eindresultaat?
A
Procesevaluatie
B
Productevaluatie
C
Wijze van evaluatie
D
Evaluatieverslag

Slide 22 - Quiz

Welk aandachtspunt bij de evaluatie wordt bedoeld, waarbij je je afvraagt wiens mening je over het verloop van het evenement ook zou willen horen?
A
Procesevaluatie
B
Betrokkenen bij evaluatie
C
Wijze van evaluatie
D
Evaluatieverslag

Slide 23 - Quiz

Waarom is het bedanken van mensen die meegeholpen hebben bij het evenement een belangrijke zaak?
A
Het is een kwestie van fatsoen.
B
Het maakt je als sportleider populair.
C
Je kunt de verantwoordelijkheid nu ook op anderen schuiven.
D
Het is goedkoper dan hen een cadeau aan te bieden.

Slide 24 - Quiz

Welke uitspraak over nazorg is juist?
A
Bij het evalueren van het evenement, moet je de resultaten terugkoppelen naar je doelstelling.
B
Met het verzorgen van de napubliciteit hoef je vooraf geen rekening te houden.
C
Bewaar alleen bonnetjes van grote uitgaven.
D
Bij procesevaluatie kijk je naar het eindproduct.

Slide 25 - Quiz

Belangrijkste werkzaamheden nazorg
- Evaluatie van het evenement
- Bedanken
- Verzorgen van (na)publiciteit
- Afhandelen van de financiën

Slide 26 - Slide

Welke van de volgende werkzaamheden is onderdeel van de uitvoeringsfase?
A
Evaluatie van het evenement
B
Coördineren van werkzaamheden
C
Globaal beeld van het evenement vormen
D
Draaiboek opstellen

Slide 27 - Quiz

Waar of niet waar: Het programma is onderdeel van het dagdraaiboek
A
Waar
B
NIet waar

Slide 28 - Quiz

Belangrijkste taken uitvoeringsfase
- Uitvoeren van alle werkzaamheden van het dagdraaiboek
- Coördineren van de werkzaamheden
- Controleren van de voortgang
- Uitvoeren van eventuele aanpassingen

Slide 29 - Slide

Wat past bij themagericht werken?
A
De thema's zijn altijd te koppelen aan het weer en de seizoenen.
B
De activiteiten zijn bepalend voor het thema
C
De activiteiten of spelen worden geordend rondom een centraal thema.
D
De thema's worden altijd gekozen bij een bepaalde locatie.

Slide 30 - Quiz

Einde lesson up
Leereenheid 02 evenementen

Slide 31 - Slide