3mH8 p2.0

• Nask
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Radioactief verval

les 2 paragraaf 2 hoofdstuk Atomen en straling

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSdVvDgwAzDgud2Ox1prvsBrkBO20JAIfMiOEhqeaNO808tZnA/viewform

Wat gaan we vandaag doen

herhaling van vorige week

uitleg radioactief verval

maken opdrachten

Wat is de massa van
één atoom Koolstof?

1. 6
2. 12
3. 26
4. 54

Hoeveel neutronen heeft
een atoom fluor?

1. 9
3. 10
4. 28

Hoeveel neutronen heeft
een atoom fosfor?

1. 9
2. 15
3. 16
4. 31

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe kan je het massagetal bepalen van een atoom?

1. Protonen - neutronen
2. Neutronen- Elektronen
3. Protonen + Neutronen
4. Neutronen + Elektronen

Hoeveel protonen heeft het zuurstof-atoom?

1. 8
2. 16
3. 24
4. 32

Hoeveel neutronen en protonen heeft een koolstof-atoom in totaal?

1. 6
2. 12
3. 18
4. 24

Hoeveel neutronen en protonen heeft een natrium-atoom in totaal?

1. 23
2. 11
3. 34
4. 17

Waar in het atoom bevinden zich de elektronen?

1. in de kern
2. in de wolk

Wat bepaalt de massa van een atoom?

1. De protonen
2. De protonen, neutronen en elektronen
3. De neutronen
4. De protonen en neutronen

Waarvan is het afhankelijk of de kern van een atoom stabiel is of instabiel?

1. aantal elektronen en protonen
2. het aantal protonen en neutronen
3. het aantal elektronen en neutronen
4. het aantal elektronen

Welk soort atoom is radioactief?

1. Een stabiel atoom
2. Een instabiel atoom

Wat voor straling zendt een radioactief atoom uit?

1. Infrarode straling
2. UV-straling
3. Ioniserende straling
4. Licht

Onderwerp: Radioactief verval

Lesdoel: Ik weet wat er met de atoomkern gebeurt als een atoom radioactief vervalt.

Isotoop

Radioactieve isotoop

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Het aantal protonen en neutronen in de kern is dan niet goed in evenwicht. 

Hierdoor kunnen deze atoomkernen spontaan, zonder invloed van buitenaf, uit elkaar vallen. 

Dit noem je radioactief verval.

radioactief verval

Instabiel atoom dat straling uitzendt, vervalt.

Vervallen betekent: de kern van het atoom verandert.

Het wordt dus een nieuw soort atoom.

Aantekeningen

Voorbeeld:

Als C-14 vervalt, dan raakt het 1 elektron kwijt.

Als reactie daarop verandert in de kern 1 neutron naar een proton.

Er zijn nu 7 protonen en 7 neutronen.

Dit is dus een kernreactie.

Radioactieve isotoop

Bij radioactief verval ontstaat een nieuwe atoomkern met nieuwe eigenschappen. 

De atoomkernen van C-14 veranderen bijvoorbeeld in atoomkernen van N-14, een isotoop van stikstof die zelf niet radioactief is. 

Dit noem je een kernreactie. 

Net als bij een chemische reactie verdwijnt er een stof (in dit geval C-14) en ontstaat er een stof (in dit geval N-14).

Nadat een C-14 atoom is vervallen, wordt het dus...

1. Een C-13 atoom
2. Een N-13 atoom
3. Een N-14 atoom
4. Een C-12 atoom

Ioniseren

De stralingsenergie in deze straling is zo geconcentreerd dat ze de verbinding tussen de atomen in een molecuul kan verbreken. 

Dit noem je ioniseren. 

De moleculen vallen daardoor in brokstukken uit elkaar.

Deze sterk ioniserende straling is gevaarlijk. Ze kan moleculen kapotmaken die belangrijk zijn voor de processen in je lichaam.

Ioniseren is de stralingsenergie die er voor zorgt dat de verbinden tussen atomen in een molecuul kan verbreken.

Dit is een sterke gevaarlijke straling.

Huiswerk

maken opdrachten 2,3,6 en 8 van paragraaf 8.2

Activiteit

Het aantal kernen dat in één seconde vervalt, noem je de activiteit. 

Je meet de activiteit in becquerel (Bq). 

Bij een activiteit van 100 Bq vervallen er elke seconde honderd kernen.

Halveringstijd

De activiteit van een hoeveelheid radioactief materiaal wordt steeds kleiner. Dat komt doordat er steeds minder instabiele kernen overblijven. 

Na die halveringstijd:

• is de helft van de oorspronkelijke, instabiele atoomkernen verdwenen, en

• is de hoeveelheid straling ook met de helft verminderd.

WAAR

NIET WAAR

De halveringstijd van een radioactieve stof is de tijd waarin het aantal

stabiele atoomkernen met de helft afneemt

oefenen

In Tsjernobyl kwam in het jaar 1986 de stof Cesium-137 vrij. Die stof heeft een halfwaardetijd van 30 jaar.

Hoeveel procent van de originele hoeveelheid Cesium-137 is nu dus nog aanwezig in Tsjernobyl?

oefenen

I-131 is een radioactieve isotoop van jood. Artsen gebruiken om afwijkingen aan de schildklier mee te behandelen. De halverings-tijd is 8 dagen.

Een ziekenhuis ontvangt op een bepaald moment een hoeveelheid met een activiteit van 64 MBq. Dat betekent dat er elke seconde 64 miljoen atoomkernen vervallen.

Bereken hoe groot de activiteit van het 

 na 40 dagen is.

maken 

opdrachten bij paragraaf 2

ook test jezelf van paragraaf 2

Heb je dit allemaal af kijk dan even of je alle opdrachten bij paragraaf 1 hebt gemaakt.