Voorlezen

Voorlezen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Voorlezen

Slide 1 - Slide

Welk boek ken je
nog vanuit jouw kindertijd?

Slide 2 - Mind map

Wat maakt voorlezen aantrekkelijk?
  • Bedenk in tweetallen 4 tips waarvan jullie vinden dat ze belangrijk zijn bij voorlezen.
    Schrijf deze op.

  • Wat maakt voorlezen aantrekkelijk?
    Bespreek dit klassikaal.

Slide 3 - Slide

Wat is interactief voorlezen?
Voor elke leeftijd en ontwikkelingsfase!

Doel van interactief voorlezen is:
  • vergroten van taalvaardigheid (woordenschat, leesvaardigheid, verhaalstructuur, zinsbouw)
  • vergroten van leesplezier

Slide 4 - Slide

Interactief voorlezen

Slide 5 - Slide

Interactief voorlezen
"Interactief voorlezen stimuleert het begrijpend luisteren. Het is een werkwijze waarbij een (kinder)boek herhaald wordt voorgelezen, onderbroken door vragen. De leerkracht stimuleert door interactie met de kinderen het verhaalbegrip, maar ook de taalvaardigheid en de woordenschat"
bron: (Doorslaer, v. E, 2010. Interactief voorlezen)

Slide 6 - Slide

Vragen bij video
Je gaat zo een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe je interactief kunt voorlezen.

Schrijf de tips die de vrouw geeft tijdens de video op op een blaadje.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Tips
Welke tips heb je opgeschreven?
Bespreek ze met de rest van de klas!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke tips past deze juf toe tijdens het voorlezen?

Slide 11 - Open question

Wat zag je aan de reacties van de kinderen?

Slide 12 - Open question

Wat is volgens jou het grote verschil tussen 'gewoon' voorlezen en interactief voorlezen?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Interactief voorlezen les 2

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
  • De student kan uitleggen waarom interactief voorlezen belangrijk is.
  • De student weet wat kenmerkend is bij interactief voorlezen.
  • De student kan interactief een verhaaltje voorlezen en hierbij rekening houden met de kenmerken van voorlezen en de zes interactie vaardigheden

Slide 16 - Slide

Interactief voorlezen
Doel van interactief voorlezen is:

  • Vergroten van taalvaardigheid (woordenschat, leesvaardigheid, verhaalstructuur, zinsbouw)
  • Vergroten van leesplezier

Slide 17 - Slide

Noem zoveel mogelijk tips
voor interactief voorlezen

Slide 18 - Mind map

Waar let je op voorafgaand het voorlezen?

Slide 19 - Open question

Wat doe je tijdens het voorlezen?

Slide 20 - Open question

Wat doe je na het voorlezen?

Slide 21 - Open question

Noem de 6 interactieve vaardigheden

Slide 22 - Open question

6 interactieve 
1. Sensitieve responsiviteit​
2. Respect voor de autonomie van het kind ​
3. Structureren en grenzen stellen​
4. Praten en uitleggen​
5. Interacties tussen kinderen stimuleren​
6. Ontwikkelingsstimulering

Slide 23 - Slide

Rekening houden met het ontwikkelingstempo de cliënt. Zone van de naaste ontwikkeling hoort bij?
A
Ontwikkelingsstimulering
B
Praten en uitleggen
C
Structureren en uitleggen
D
Respect voor autonomie

Slide 24 - Quiz

Een ander woord voor sensitief is
A
Overprikkeld
B
Aanraken
C
Gevoelig
D
Waarnemen

Slide 25 - Quiz

Bij interactie tussen mensen stimuleren maak je vooral gebruik van?
A
Groepjes maken
B
Complimenten geven
C
Negatieve aandacht geven
D
Gevoelens delen

Slide 26 - Quiz

Van te voren afspraken maken over het lezen valt onder
A
Praten en uitleggen
B
Autonomie van het kind
C
Ontwikkelingsstimulering
D
Structureren en grenzen stellen

Slide 27 - Quiz

Bij praten en uitleggen hoort?
A
Zone van naaste ontwikkeling
B
Respectvol en consequent praten
C
Kinderen structuur geven
D
Inbreng van kinderen waarderen

Slide 28 - Quiz

Mensen de ruimte geven om zelf te ontdekken hoort bij?
A
Ontwikkelingsstimulering
B
Sensitieve responsiviteit
C
Praten en uitleggen
D
Respect voor autonomie

Slide 29 - Quiz

Ik bespreek het boek...
A
... voor het lezen
B
... na het lezen
C
... tijdens het lezen

Slide 30 - Quiz

Wat voor vragen kan je de mensen stellen tijdens het lezen?

Slide 31 - Open question

Het is jullie beurt!

Slide 32 - Slide