Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 6
Grote getallen en kommagetallen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Grote getallen en kommagetallen

Slide 1 - Slide

Gebruik een kladblaadje/ werkschrift

Slide 2 - Slide

2

Slide 3 - Video

00:46
231+742=

Slide 4 - Open question

01:15
489+435=

Slide 5 - Open question


162
129
262+
___________

Reken uit op een blaadje.
Op de volgende pagina  vul je het antwoord in.

timer
1:00

Slide 6 - Slide

Het antwoord is:

Slide 7 - Open question

2

Slide 8 - Video

00:42
867-354=

Slide 9 - Open question

01:11
914-241=

Slide 10 - Open question

Reken onder elkaar uit:
877 - 328 =

Slide 11 - Open question

Reken onder elkaar uit:
948 - 792 =

Slide 12 - Open question

Reken onder elkaar uit:
470 - 302 =

Slide 13 - Open question

Reken onder elkaar uit:
4.823 - 4.759 =

Slide 14 - Open question

Reken onder elkaar uit:
4.959 - 3.658 =

Slide 15 - Open question

Decimale getallen 
Decimalen zijn:
de getallen achter 
de komma





Slide 16 - Slide

Hoeveel decimalen heeft het getal: 3,1415
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

Wat is de waarde van 5 in het getal: 3,1415
A
0,05; dit noem je een honderdste
B
0,05; dit noem je een tiende
C
0,0005; dit noem je een duizendste
D
0,0005; dit noem je een tienduizendste

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Decimale getallen + of -
Zet onder elkaar, komma's onder elkaar!
Je mag altijd een 0 achter het getal plaatsen om het makkelijker te maken


33,91
  4,781+
5,3
3,39-

Slide 20 - Slide

Decimale getallen + of -
Zet onder elkaar, komma's onder elkaar!
Je mag altijd een 0 achter het getal plaatsen om het makkelijker te maken


33,910
  4,781+
38,691
5,30
3,39-
 1,91

Slide 21 - Slide

optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =
A
26,943
B
13,334
C
27,943
D
26,934

Slide 22 - Quiz

Aftrekken van decimale getallen
3,358 - 1,036 =
A
2,223
B
2,322
C
3,232
D
2,232

Slide 23 - Quiz

Aftrekken van decimale getallen
4,31 - 2,101 =
A
2,199
B
2,20
C
3,141
D
2,209

Slide 24 - Quiz

13,75+4,38=...... (gebruik een ,)

Slide 25 - Open question

23,83-4,64=

Slide 26 - Open question

5,173 + 3,042 =

Slide 27 - Open question

4,502 + 1,635 =

Slide 28 - Open question

2,470 - 1,260 =

Slide 29 - Open question

2,470 - 1,260 =

Slide 30 - Open question

3,35 + 1,80 =

Slide 31 - Open question

1,78 + 9,5 =

Slide 32 - Open question

67,3 - 7,19 =

Slide 33 - Open question

28,6 - 5,55 =

Slide 34 - Open question

Wat vind je nog lastig?
Cijferend min
Cijferend plus
iets anders uit dit boek
nergens mee, hoezo?

Slide 35 - Poll