actieve en passieve zinnen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

1. Mijn collega heeft al het werk gedaan.

2. Al het werk is door mijn collega gedaan.

1.

2.

1. Veel bedrijven werken nog met een prikklok.

2. Er wordt nog met een prikklok gewerkt.

1.

2.

1. Een van onze medewerkers zal u het antwoord geven.

2. Het antwoord zal u worden gegeven door een van onze medewerkers.

1

2.

1. De kapper borstelt de blonde lokken.

2. De blonde lokken worden door de kapper geborsteld.

1

2.

Wat is het verschil tussen de 2 zinnen?

De eerste was altijd een actieve zin.

De tweede was altijd een passieve zin.

Actieve zinnen	Passieve zinnen
- Persoonlijker (informeler) - Onderwerp voert de handeling uit. - Geen handeld voorwerp	- Professioneler (formeler) - Onderwerp ondergaat de handeling. - Bezit een handeld voorwerp - HWW worden/zijn

Wat is een handelend voorwerp?

Een zinsdeel met "door" is niet altijd een handelend voorwerp.

Hoe zou je van een passieve zin, een actieve zin kunnen maken?

Optioneel

Hoe maak je een passieve zin, een actieve zin?

Maak van het handelend voorwerp het onderwerp.

Dit is diffrentatie voor bepaalde leerlingen.

P. 215 oef. 2

P. 216 oef. 3

P. 217 oef. 4

Zoek er 3!

P. 217 oef. 5

individueel

optioneel voor sterke leerlingen

Zoek het handelend voorwerp.

handelend voorwerp of bijwoordelijke bepaling?

P. 219 oef. 6

individueel

P. 218 oef. 7

individueel

P. 219 oef. 8

individueel

P. 220 oef. 9-10

individueel, maar tezamen overlopen

snelle en/of sterke

Wat weet je nog van de vorige keer?

Bundel

individueel

snelle/sterke