Hoofdstuk 2.1 decimale getallen VMBO BK 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

In deze paragraaf leer je:

• de waarde van cijfers in een getal
• grote getallen schrijven in woorden en cijfers
• wat veelvouden en delers zijn
• wat even en oneven is
• werken met decimale getallen
• Romeinse cijfers

Theorie

• Getallen met cijfers achter de komma heten decimalen
• Hoeveel decimalen heeft het getal 1,85?
• Dat zijn er 2.  
• Hoeveel decimalen heeft het getal 148?
  
• Dat zijn er nul

• Getallen zonder cijfers achter een komma heten: gehele getallen

Voorbeeld

Hele getallen en decimale getallen kun je op een getallenlijn 

zetten. Hoe verder naar rechts, hoe groter het getal.

Voorbeeld:

• Pak je liniaal erbij
• Trek een lijn tussen 0 en 5 cm
• Geef met een pijl aan waar 0,5 cm en 2,8 cm zit
• welk getal is groter? 

Voorbeeld

Hele getallen en decimale getallen kun je op een getallenlijn 

zetten. Hoe verder naar rechts, hoe groter het getal.

Voorbeeld:

• Pak je liniaal erbij
• Trek een lijn tussen 0 en 5 cm
• Geef met een pijl aan waar 0,5 cm en 2,8 cm zit
• welk getal is groter? 

decimale getallen =

1. cijfers achter de komma
2. cijfers voor de komma

decimale getallen =

1. een getal met cijfers achter de komma
2. een getal met alleen cijfers voor de komma

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
345,23762

1. 5
2. 4
3. 6
4. 7

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
0,04

1. 0
2. 4
3. 3
4. 2

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
3

1. 0
2. 4
3. 3
4. 2

Hoeveel decimale getallen heeft...
490,84201

1. 8
2. 0
3. 2
4. 5

optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =

1. 26,943
2. 13,334
3. 27,943
4. 26,934

Sleep de juiste blauwe vensters met getallen naar de bordjes.

Let op: sommige blauwe vensters zijn fout en niet te slepen. 

0,6

9,9

8,5

5,1

4,0

2,9

1,3

1,6

1,6

5,0

9,4

6,1

Welk getal is groter:
0,5 of 2,8?

1. 0,5
2. 2,8
3. Even groot. Ze allebei 1 decimaal.

Wat gaan we doen ?

• Terugblik vorige les
• Bladzijde 172 t/m 176 bespreken
• Uitleg delers, veelvouden even en oneven
• Maak testopgaven bladzijde 176  

Veelvouden

Wat ? Maak opgaven 18 t/m 26

Hoe ? In stilte

Tijd ? 10 minuten

Uitkomst ? nakijken

Afsluiting

• Creatieve werkvorm