Lockdown 2021/2022 les 1: Thema's en motieven

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

kunnen jullie alles vinden in de classroom?

Slide 2 - Mind map

wat moeten jullie leren voor het GPW?

Slide 3 - Mind map

GPW
SE 1 Literatuur:
  • Leesboek 1: Dagen van gras
  • Leesboek 2: Confettiregen
  • Nieuw Nederlands Literatuur 1.0-1.5
     (blz 10-27 + begrippen blz 30)

Slide 4 - Slide

Lockdown
les 1: NN lit. 1.5: thema's en motieven
les 2: herhalen NN lit. 1.0 - 1.5
les 3: Dagen van Gras
les 4: Hersenschimmen

Slide 5 - Slide

les 1: thema's en motieven
zie de begrippen op blz 30:
verhaalmotief (concreet of abstract)
thema

Slide 6 - Slide

thema's + motieven
Een boek heeft vaak een overkoepelend thema (onderwerp) dat versterkt wordt door motieven (terugkerende elementen). Veel voorkomende thema's zijn: liefde, dood, geld. Motieven die veel gebruikt worden, zijn: kleuren, liedjes, voorwerpen, gevoelens, weersomstandigheden. 

Slide 7 - Slide

thema
Een onderwerp waarop de schrijver een visie heeft of waarover hij de lezer aan het denken wil zetten.

Slide 8 - Slide

Wat is het thema van Dagen van Gras?
A
eenzaamheid
B
schizofrenie
C
drugs
D
liefde

Slide 9 - Quiz

Wat is het thema van Confettiregen?
A
coming out
B
coming of age
C
coming to America
D
coming home

Slide 10 - Quiz

motieven
Een motief is een verhaalelement dat steeds terugkeert; herhaald wordt. Het woord 'motief' verwijst naar een motiefje/patroon in een stof of op een behang. Een motief is concreet of abstract.

Slide 11 - Slide

Concreet

iets dat letterlijk voorkomt, iets dat je kunt aanraken. 
Een mes, een dobbelsteen, een joint, een boek.
Abstract

iets dat niet 
letterlijk maar figuurlijk voorkomt. Het is bijvoorbeeld een gevoel (angst of verdriet) 
of een weersomstandigheid (koud/warm).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

samen oefenen

Slide 14 - Slide

Het nijlpaard en de sprinkhaan
Toon Tellegen (1941) staat bekend om zijn korte dierenverhalen met filosofische diepgang. Hij wil aan de hand van deze verhalen mensen het denken zetten over levensvragen. In de classroom vind je het korte verhaal over het nijlpaard en de sprinkhaan. Lees dit.

Slide 15 - Slide

Waarom willen het nijlpaard en de sprinkhaan met elkaar ruilen?

Slide 16 - Open question

Ze waarderen hun eigen eigenschappen niet meer. Het nijlpaard haat zijn grijsheid en logheid, terwijl de sprinkhaan zijn lichtheid en volume niet meer leuk vindt. Ze denken dat de ander het beter heeft. 

Slide 17 - Slide

Uiteindelijk willen de sprinkhaan en het nijlpaard hun eigen lichaam weer terug. Noteer twee citaten van het nijlpaard waaruit blijkt dat hij ontevreden is met zijn nieuwe lijf.

Slide 18 - Open question

‘Ik zie er wel uit als een sprinkhaan en misschien denk ik ook wel als een sprinkhaan, maar ik ben het nijlpaard.’ 

‘En die voelsprieten, wat moet ik daar eigenlijk mee voelen?’ (meerdere antwoorden mogelijk)

Slide 19 - Slide

Benoem drie motieven in het verhaal en noteer of ze abstract of concreet zijn.

Slide 20 - Open question

concreet

Voelsprieten
 vliegen
licht lichaam van sprinkhaan
grijs/zwaar lichaam van het nijlpaard 
abstract

Ontevredenheid
jaloezie 
identiteit

Slide 21 - Slide

Wat is het thema van dit verhaal?

Slide 22 - Open question

Zelfacceptatie/zelfliefde
 Houd van jezelf zoals je bent. Juist door soms even te verliezen wat je bent of wat je hebt, ga je jezelf weer waarderen. 

Slide 23 - Slide

thema's en motieven
Weet je nu wat een thema is?
Weet je nu het verschil tussen abstracte en concrete motieven?

Slide 24 - Slide

vragen?

Slide 25 - Mind map

huiswerk
Maak een foto waarop je het boek aan het lezen bent en upload deze in de classroom.

Slide 26 - Slide

boosteren
https://www.instagram.com/tv/CXtnANfAuzL/?utm_medium=copy_link

Slide 27 - Slide