LEs 2 BMLT1

1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heb je individueel gewerkt aan het woorddossier?
ja
nee

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Heb je in groep gewerkt aan het woorddossier?
ja
nee

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

AGENDA VANDAAG


VOLGENDE LES(SEN)
  • Wat is een goede definitie?
  • Notities nemen
  • Leren plannen

  • Soorten examenvragen op een mondeling examen
  • Wanneer is een antwoord goed (genoeg)?
  • Concreet aan de slag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

DEFINITIES
Wat weten jullie al/nog?
Even oefenen...

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samenlevingsvorm tussen 2 organismen waarbij beide organismen voordeel halen uit de interactie
A
symbiose
B
mutualisme
C
commensalisme
D
parasitisme

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent symbiose?
Noteer een correcte definitie.

Slide 8 - Open question

Het samenleven van 2 organismen waarbij minstens 1 organisme afhankelijk is van het andere.
Hoe formuleer je
een goede definitie?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

EEN GOEDE DEFINITIE...
  • geeft de hoofdzaken aan, of de hogere categorie. 
  • kan je ook formuleren door te zeggen wat het niet is.
  • is to-the-point. Je bakent het onderwerp goed af, maakt het niet te ruim.
  • is concreet. Vb. een...... is iemand die.... / een.... is een apparaat dat....  / een ..... is een vorm die.... 
  • is factueel. Geeft feiten weer, geen mening.

  •  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent commensalisme?

Slide 11 - Open question

Samenlevingsvorm tussen 2 organismen waarbij 1 organisme voordeel haalt uit de interactie en het tweede organisme geen voordeel maar ook geen nadeel ondervindt.
Commensalisme is...
een samenlevingsvorm tussen 2 organismen waarbij 1 organisme voordeel haalt uit de interactie en het tweede organisme wordt benadeeld.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent parasitisme?

Slide 13 - Open question

Samenlevingsvorm tussen 2 organismen waarbij 1 organisme voordeel haalt uit de interactie en het tweede organisme wordt benadeeld.
Parasitisme is...
een samenlevingsvorm tussen 2 organismen waarbij 1 organisme voordeel haalt uit de interactie en het tweede organisme wordt benadeeld.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een verkoudheid is een endemische ziekte.
A
Juist
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Endemische ziekte = ziekte die constant aanwezig is in een populatie.
Welke
endemische
ziekten
ken jij nog?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een latente ziekte? Geef de definitie + een voorbeeld.

Slide 17 - Open question

Ziekte waarbij het infectueus agens lange tijd inactief blijft maar plots wordt geactiveerd waarna symptomen optreden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. bekijk de woordenlijst, verdeel het werk, vul aan & stuur door
2. Geef een goede definitie per begrip.
=> laad alles op in "opdrachten" in canvas

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

NOTITIES NEMEN

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak jij notities tijdens de lessen?
Nee, nooit
Ja, meestal op mijn laptop
Ja, meestal op papier
Meestal niet

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Interview Pedro De Bruyckere
Luister aandachtig. Wat is de essentie van het interview?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is de essentie van het interview?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.
  2. Situeer je notities
  3. Structureer je notities



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.
  2. Situeer je notities
  3. Structureer je notities
  4. Leg verbanden



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.
  2. Situeer je notities
  3. Structureer je notities
  4. Leg verbanden
  5. Noteer de hoofdlijnen


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.
  2. Situeer je notities
  3. Structureer je notities
  4. Leg verbanden
  5. Noteer de hoofdlijnen
  6. Noteer vragen, onduidelijkheden


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Checklist goede notities
  1. Gebruik afkortingen / symbolen.
  2. Situeer je notities
  3. Structureer je notities
  4. Leg verbanden
  5. Noteer de hoofdlijnen
  6. Noteer vragen, onduidelijkheden
  7. Duid aan wat belangrijk is


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De Cornell-methode

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

LEREN PLANNEN
Herken jij je in deze uitspraken?
Wees eerlijk met jezelf

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Ik vind het moeilijk om in te schatten hoeveel tijd ik moet vrijmaken voor mijn studies.

A
Ja, dat klopt voor mij
B
Nee, dat klopt niet voor mij

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Ik begin vaak te laat aan mijn samenvattingen of met studeren.

A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Ik maak wel eens een planning maar ofwel is deze niet haalbaar ofwel stel ik mijn taken te gemakkelijk uit.

A
Ja, hier herken ik mij in...
B
Nee, hier herken ik mij niet in.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb het gevoel dat er alleen maar werk bij komt en ik niets gedaan krijg.
A
Ja, dat klopt!
B
Nee, zo erg is het ook weer niet.
C
Soms heb ik dat gevoel, maar niet altijd.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb niet altijd door wanneer er wat van mij verwacht wordt (vb: deadlines, opdrachten, lessen verplaatst, …).

A
Ja, het is een grote chaos in mijn hoofd.
B
Dit gevoel heb ik niet. Ik weet wat er verwacht wordt.
C
Dit gevoel heb ik soms.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Opdrachten? Ik leef van week tot week en hoop dat wat ik indien voldoende is.
A
Ja, dat klopt, ik plan niet veel vooruit.
B
Nee, dat klopt niet, ik heb een gedetailleerde planning.
C
Dat klopt soms als ik heel veel werk heb.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

EEN PLANNING OPSTELLEN
IN 3 STAPPEN

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

STAP 1
Maak een semesteroverzicht

  1. Vakken
  2. Evaluatie
  3. Vakinhoud
  4. Deadlines
  5. To-do, WIP, done
  1. Maak een lijstje van al je vakken van dit semester.
  2. Zoek op hoe je geëvalueerd gaat worden (ECTS-fiches)
  3. Maak zichtbaar welke inhouden je moet studeren.
  4. Noteer de deadlines.
  5. Hou bij hoe ver je zit met het studeren en/of samenvatten van je hoofdstukken.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Zo een semesterplanning: dat doe ik al.
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

STAP 2
Haalbare planning
=
Werken met tussenstappen
Splits elke taak op in deeltaken. Deze deeltaken geef je ook allemaal een mini-deadline.

1. Wat is het einddoel?
Vb. "Ik moet een plan maken over Taal- en Leerondersteuning in de toekomst"

Vb. BMLT?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Wat kan een einddoel zijn voor BMLT?
Een groot project? Grotere opdracht? ...

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

STAP 2
Haalbare planning
=
Werken met tussenstappen
1. Wat is het einddoel?
2. Welke deeltaken moet ik doen om mijn einddoel te bereiken?

Vb.
- in kaart brengen wat we nu al doen.
- enquête doen bij stn wat ze nog verwachten
- kijken in andere scholen en in het buitenland
- visietekst uitschrijven

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

STAP 2
Haalbare planning
=
Werken met tussenstappen
1. Wat is het einddoel?
2. Welke deeltaken moet ik doen om mijn einddoel te bereiken?
3. Bij al deze tussenstappen zet ik een deadline + hoe ik het ga doen
Vb.
- in kaart brengen wat we nu al doen.
- enquête doen bij stn wat ze nog verwachten
- kijken in andere scholen en in het buitenland
- visietekst uitschrijven

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

STAP 3
Wanneer
ga ik 
dit 
allemaal 
doen?

Studeren is een fulltime job. Of nog meer...
  1. NOTEER AL JOUW DEADLINES OP EEN MAANDKALENDER
  2. DUID MOMENTEN AAN WAAROP JE NIET VOOR SCHOOL KAN WERKEN (zet ze in een andere kleur)
  3. BLOKKEER OOK MOMENTEN WAAROM JE WÉL VOOR SCHOOL KAN WERKEN :-)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Blauw = les / Geel = vrije tijd / Groen = studietijd

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Canvasopdracht: Maak een semesterplanning.
Hoe doe je dat?

  • Maak een overzicht van al je vakken.
  • Noteer erbij hoe de evaluatie zal zijn.
  • Noteer de belangrijkste hoofdstukken, wat je moet kennen.
  • Zijn er opdrachten? Deadlines? Noteer ze ook.
  • Dien in bij opdrachten in Canvas.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Heb je vandaag iets geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

wat ga je onthouden van deze les?

Slide 52 - Open question

This item has no instructions