Ik leer het verschil tussen goede en slechte geheimen en ik leer hoe ik hulp kan vragen bij niet-prettige situaties of bij slechte geheimen.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
LENTEBasisschoolGroep 5,6
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
lesdoel
Ik leer het verschil tussen goede en slechte geheimen en ik leer hoe ik hulp kan vragen bij niet-prettige situaties of bij slechte geheimen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 3 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 4 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 5 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 6 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 7 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 8 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 9 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 10 - Quiz
Wat voor gevoel krijg je als .....
A
ja-gevoel
B
nee-gevoel
C
twijfelgevoel
Slide 11 - Quiz
Wat ze je kunnen doen om duidelijk te maken dat je iets niet echt prettig vindt of niet wilt
Slide 12 - Slide
Het is belangrijk is om hulp te vragen als iemand iets van je wil of jou op een manier aanraakt die jij niet prettig vindt. Als niemand ervan weet, kan ook niemand zorgen dat het niet nog een keer gebeurt. Sommige kinderen schamen zich of voelen zich schuldig vals er iets tegen hun zin is gebeurd en het daarom aan niemand vertellen. Niemand mag over jouw grenzen heen mag gaan en de ander (als diegene dit wel doet)zit altijd fout. Het is nooit jouw schuld, maar altijd de schuld van de ander die over jouw grenzen heen gaat
Slide 13 - Slide
Mama mag niet weten dat we een feestje voor haar organiseren.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 14 - Quiz
Je mag niet zeggen dat ik gelogen heb, anders maak ik je fiets kapot.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 15 - Quiz
Ik ben verliefd op Ilse, maar dat mag je niet verder vertellen?
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 16 - Quiz
Je mag het niet verder vertellen, maar mijn opa is heel erg ziek.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 17 - Quiz
Als je iemand vertelt wat ik heb gedaan, sla ik je in elkaar.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 18 - Quiz
Als jij vertelt dat ik Polly heb gepest, zeg ik dat jij begonnen bent.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 19 - Quiz
Ik weet wie de wedstrijd gewonnen heeft, maar ik houd het nog even geheim.
A
goed geheim
B
slecht geheim
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Wie zou jij in vertrouwen nemen als er iets is gebeurd wat jij niet prettig vindt?
Slide 22 - Open question
Wie zou jij in vertrouwen nemen als er iets is gebeurd wat jij niet prettig vindt?