K2d -- 20-02-2024

K2d -- 20-02-2024
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

K2d -- 20-02-2024

Slide 1 - Slide

Lesson Goals:
At the end of this class you...:

- ... have watched the English news
- ... know what a Present Perfect is and how to use it


Slide 2 - Slide

NewsRound
Let's start with watching the news!

Please, sit back, relax and pay attention.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Present Perfect [explanation]

Slide 5 - Slide

de Present Perfect
De Present Perfect

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 7 - Slide

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 9 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

I have lived here for ten years.
She has known him since 2011.

Slide 10 - Slide

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 12 - Slide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed / -d
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted
live    - lived

Slide 13 - Slide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 14 - Slide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 15 - Slide

Ontkenningen maken in de present perfect
zet not tussen have en het voltooid deelwoord
vb
  • he has eaten at a restaurant.
  • he has not eaten at a restaurant.

Slide 16 - Slide

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - (NU) AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Homework
For next class:

Do ex. 58 to 61 in your book
Study Stones Theme 3

Slide 19 - Slide