Betoog les 1 Nieuwsmakers: Standpunt/mening en argumenten


Betoog:

Standpunt/mening 
&
Argumenten 
 
Nieuwsmakers
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Betoog:

Standpunt/mening 
&
Argumenten 
 
Nieuwsmakers

Slide 1 - Slide

Leerdoel
De komende periode werken we aan het onderdeel schrijven.

Je leert ...
... wat een betoog is en hoe je een betoog schrijft.





Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les weet je …

... wat een betoog is.
… wat een standpunt/mening is.
... wat argumenten zijn.




Slide 3 - Slide

Wat is een betoog
Een betoog is een overtuigende tekst

In een betoog geef je jouw mening over een onderwerp. 

Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van jouw mening


Slide 4 - Slide

Het betoog op je nieuwspagina



Je betoog bestaat uit 5 alinea’s: inleiding (1), kern (3), slot (1)
Iedere alinea heeft minimaal 5 regels. Het slot mag wat korter zijn (3 regels)

Slide 5 - Slide

Warming-up
Er verschijnt een stelling op het scherm.
  • Ben je het met de stelling eens, dan ga je staan.
  • Ben je het met de stelling oneens, dan blijf je zitten.

Denk goed en serieus na over jouw mening en jouw argumenten

De docent vraagt een aantal leerlingen waarom zij het eens of oneens zijn met de stelling.

Slide 6 - Slide

Spelregels

Luister goed naar elkaar en reageer alleen als dat gevraagd wordt.

Steek je vinger op als je wilt reageren.

Slide 7 - Slide

Stelling 1  

Er moeten energiedrankjes worden verkocht in de kantine van het VCD.  

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 8 - Slide

Stelling 2

Het luisteren van muziek is niet toegestaan tijdens de lessen.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 9 - Slide

Stelling 3

Telefoons moeten in het kluisje worden gelegd bij de start van de schooldag.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 10 - Slide

Stelling 4

Het dragen van een uniform moet verplicht worden op het VCD.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 11 - Slide

Stelling 5

Er mag gegeten en gedronken worden tijdens alle lessen.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 12 - Slide

Mening/standpunt en argumenten

Mening/standpunt Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn. Ik vind het VCD een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het VCD luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Opdracht Benoem het standpunt/de mening en het argument. 

Voorbeeld Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school, want programmeren is de toekomst.

Standpunt Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school. 
Argument Programmeren is de toekomst. 

Slide 14 - Slide

Benoem de stelling en het argument.

Oude mensen moeten elk jaar opnieuw rijexamen doen. Mijn opa is bijvoorbeeld een gevaar op de weg.

Slide 15 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

Volgens mij moet je die webcam niet kopen. In een test van de consumentenbond werd hij heel slecht beoordeeld.

Slide 16 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

Ik ben in de pauze van de film weggegaan. Ik vond er helemaal niets aan.

Slide 17 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

Door de drukte kunnen we bijna niet oversteken. In het centrum zouden auto’s verboden moeten worden.

Slide 18 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

Windenergie is niet meer nodig, omdat er andere alternatieven zijn.

Slide 19 - Open question

Tot slot

Een aantal vragen om te checken of je de leerdoelen hebt behaald.

Beantwoord de vragen op de volgende slides. 
Hiermee rond je deze les af. 

Slide 20 - Slide

Tot slot

1. Ik weet wat een stelling is.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Tot slot:

2. Ik weet wat argumenten zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Bedenk nu zelf een stelling en een argument.

Slide 23 - Open question

Einde van de les

Slide 24 - Slide