Kapitel 9 toets

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 115 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen voor deze les :Mittwoch, den 28. Mai 2025


- Kapitel 9 Toets

 


Slide 2 - Slide

Deel 1    Aufgabe 1 - Vertaal de woorden naar het Duits

Deel 2   Aufgabe 1: Zet het woord in de jusite zin en vertaal

Deel 1    Aufgabe 2 - Verbind met een streep de juiste verbinding
Deel 2   Aufgabe 2 - Vertaal naar het Nederlands

Aufgabe 3 en 4 - 3e naamval- vertaal en vul in

Aufgabe 5 - Zet het gesprek in de goed volgorde(streep weg) en zet de letter in het goed vakje eronder - (variatie is mogelijk, maar let wel goed op)

Aufgabe 6 - Vertaal naar het Duits

Tekst - maak de 5 vragen    Kleidertauschparty = een kledingruilfeestje

Slide 3 - Slide

Kapitel 9 - Seite 103 - Einkaufen

Samen hören Aufgabe 40 - Diktat

Zelf nakijken Aufgabe 41  - Seite 127

Tekst Aufgabe 41  of Wiederholung 9 - Seite 164

Spreekoefening 






Hausaufgaben: Repetitie Kapitel 9

Slide 4 - Slide

Vervoeg de werkwoord 

sitzen                            kaufen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie
Sie

Slide 5 - Slide

Thema: Kapitel 10 /Ferien  = 
Seite 137

Hören Aufgabe 1 & 4 Seite 138

Wörter -   Seite 152

Macht die Aufgaben 2, 3, 5, 6 (keuze)
Leren alle woordjes



Slide 6 - Slide

Vertaal:
1.de kaas
2. de taart
3. de supermarkt

Slide 7 - Mind map

Vertaal:
1.de boter
2.de tas
3. het geld

Slide 8 - Mind map

Vertaal:
1. kopen
2. boodschappen doen
3. nodig hebben

Slide 9 - Mind map

Wörter - Seite 132 - 2. Reihe

Zelf nakijken
Aufgaben 3 t/m 7 - Seite 103

Maak Aufgabe 10, 12, 13

Hören Aufgabe 11

Slide 10 - Slide

2. Stunde Grammatik - Seite 114



3e naamval


Slide 11 - Slide

Persoonlijke vnw 3e naamval

Ik geef jou de melk
Ich gebe dir die Milch                 zindsdeel = ...................

Na mit (= met) staat ook altijd de 3e naamval.

Ich gehe mit ihm zur Schule - mit + 3e naamval

Maak Aufgabe 19



Slide 12 - Slide

Andere voorzetsels met de 3e naamval zijn: Seite 116

aus - uit                           Vertaal:
bei - bij                            1. van jou
mit - met                        2. na hem
nach - naar, na              3. van mij
seit - sinds                      4. met jullie
von - van, door              5. door hen
zu  - naar 

Slide 13 - Slide

Maak Aufgaben 19, 21, 22, 23, 24

Vertalen lied


Hausaufgaben:
Leren Seite 132 - 2. Reihe
Leren Seite 114 + 116- persoonlijke vnw voorzetsels
Maken Seite 107 Aufgabe 10, 12, 13 , 14
Maken Seite 116 Aufgaben 22, 23, 24 



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Neue Wörter Seite 96 - 2. Reihe

Herhalen de Modalverben (hulpwerkwoorden)

Maken tekst Aufgabe 14, 15,  - Seite 74
Aufgabe 17 - tekst

2e uur tekst en werken aan toets opdracht

Hausaufgaben: 
Leren:   Kapitel 8 - Wörter/ Seite 97 - 2. Reihe
Machen :Aufgabe -  /Seite 79 of tekst Seite 92

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Seite 18 - Aufgabe 10, 11, 12,13


Herhalen werkwoorden met de stam die eindigen op - d of - t

Vergelijk: wohnen - * reden - * arbeiten
stam: hele ww -en
ich
du
er,sie,es
wir
ihr
sie
Sie

Maak de oefeningen in de link

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Wiederholung 6 - Seite 154

Machen Aufgaben 1 & 2 - gemengde werkwoorden





Luistertoets
Lernen neue Wörter Seite 26 - 1. Reihe
Machen Aufgaben 6 t/m 8

Slide 20 - Slide

Hausaufgaben:

Leren Wörter 26 - 2. Reihe
Maken Aufgaben .......... Seite 
Leerdoelen deze les waren:
- nieuwe woorden leren & uitspraak     oefenen
- uitleg vervoeging zwakke ww. -stam eindigt op d/t
- Duits sehen & hören

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link